In deze blog beschrijf ik het onderscheid tussen drie leerzones. Bewust zijn van deze drie leerzones kan behulpzaam zijn bij het doordacht ontwerpen van effectief onderwijs.
In het verleden hebben we vaak gesproken over het verschil tussen de leerzone –ook wel de ontwikkelzone genoemd –en de presteerzone.[1] Leerlingen of studenten krijgen de gelegenheid om iets te leren, en moeten vervolgens beheersing aantonen door te presteren (bij bijvoorbeeld een toets). Het idee daarbij is dat je deze zones moet scheiden, omdat er in de leerzone andere ‘spelregels’ gelden dan tijdens de presteerzone.
Bijvoorbeeld, als je iets nieuws aan het leren bent mag je fouten maken en zijn die te verwachten, aangezien het onbekend terrein is. Tijdens de presteerzones moeten fouten juist vermeden worden.
Het hoofddoel als uitgangspunt
Bij de vormgeving van de leer- en de presteerzone is het goed om het eindpunt in het vizier te houden: het hoofddoel. Met het hoofddoel van een periode of module formuleer je wat een leerling of student zelfstandig moet kunnen aan het einde ervan.
Of een leerling of student dit doel behaald heeft, stellen we vast in de presteerzone. Dit kan dus een toets zijn, maar ook een andersoortige (complexe) opdracht waar veel verschillende kennis en vaardigheden in samenkomen.
Van leerzone naar leerzones
Om leerlingen voor te bereiden op zo’n complexe prestatie bestaat de leerzone. De leerzone is de fase waarin leren en ontwikkelen centraal staan. Deze zone kan verder onderverdeeld worden in drie verschillende leerzones.
- De leerzone met passende ondersteuning
- De bestendigingszone
- De leerzone naar zelfstandige beheersing.
Voorbeeld: de drie leerzones bij leren fietsen
Voor de eerste kennismaking zal ik de leerzones illustreren aan de hand van een kind dat gaat leren fietsen. Uiteindelijk moet het kind in een complexe situatie zelfstandig door het verkeer kunnen navigeren, en is er weinig ruimte voor fouten. Er staat hier veel op het spel!
Natuurlijk is er heel wat voor nodig voor je je kind (relatief) zorgeloos uitzwaait op het moment dat het op de fiets stapt. Daarbij doorkruis je op de volgende manier de drie leerzones.
1.Leerzone met passende ondersteuning
Definitie: “De leerzone met passende ondersteuning is de fase waarin leerlingen of studenten onder begeleiding nieuwe kennis en vaardigheden ontwikkelen. In deze zone worden de basiscomponenten van een complexe vaardigheid geïsoleerd aangeboden en geoefend, met gerichte ondersteuning afgestemd op het niveau en de behoeften van de leerling of student. De leraar biedt hier actieve hulp, structuur en feedback om leerling of student stapsgewijs verder te brengen, waarbij fouten maken wordt gezien als een natuurlijk onderdeel van het leerproces. Het doel van deze zone is om tot een initiële zelfstandige beheersing van de subvaardigheid te komen”
De belangrijke basis wordt aangebracht in de leerzone met passende ondersteuning. Hier ontwikkelen leerlingen of studenten onder begeleiding hun kennis en vaardigheden. In deze zone wordt wat allemaal de basis vormt voor de uiteindelijke complexe prestatie geïsoleerd aangeboden. Een belangrijke aspect is de motivationele ondersteuning; Als je kind leert fietsen is het belangrijk om je kind blijvend te motiveren ook wanneer het wat tegenslagen ervaart.
Laten we de vaardigheid om evenwicht te houden op de fiets als voorbeeld nemen. Eerst zal het kind fietsen met zijwieltjes. Hoe verder je kind vordert hoe hoger de zijwieltjes worden afgesteld, tot ze uiteindelijk niet meer nodig blijken. Als het kind initiële beheersing van de subvaardigheid toont, kan het weer benut worden als voorwaardelijke vaardigheid voor een nieuwe vaardigheid: rechts over straat fietsen.
Bij deze nieuwe vaardigheid start de begeleiding weer opnieuw. Je fietst eerst naast je kind om te zorgen dat het veilig kan oefenen en je snel kan corrigeren. En hoe verder het kind vordert hoe meer je achter je kind zult fietsen: je kan nog steeds zien wat er gebeurt en af en toe wat nodige correcties bieden, als het bijvoorbeeld de aandacht verliest.
2. De bestendigingszone
Definitie: “De bestendigingszone is de fase waarin leerlingen of studenten zelfstandig oefenen met eerder verworven kennis en vaardigheden, in geïsoleerde zin, om deze te consolideren en te automatiseren. In deze zone ligt de nadruk op herhaald, zelfstandig toepassen in verschillende contexten, waarbij de leerling of student zelf verantwoordelijk is voor het monitoren van de eigen prestaties. Het doel is het versterken van het geheugen, het verhogen van de vloeiendheid in uitvoering, en het ontwikkelen van zelfbeoordelingsvaardigheden. Begeleiding is minimaal en focust voornamelijk op het aanreiken van oefenmogelijkheden en het ondersteunen van de zelfmonitoringsvaardigheden van de leerling of student.”
In de bestendigingszone zorg je voor een meer vloeiende beheersing, automatisering of beter onthouden van het geleerde.
Naast het oefenen van de complexere vaardigheid van rechts blijven fietsen, kan het evenwicht oefenen wellicht nog steeds oefening gebruiken. Tegelijkertijd hebben ze ook al zelfstandige beheersing ontwikkeld. Veel ouders spreken dan ook af dat kinderen bijvoorbeeld op de stoep mogen oefenen en daarbij niet de straat op mogen of over mogen steken.
Aan de keukentafel zul je wellicht verschillende verkeerssituaties en verkeersborden bespreken, en die tijdens het fietsen af en toe terug willen halen.
3. Leerzone richting zelfstandige beheersing
Definitie: “De leerzone richting zelfstandige beheersing is de fase waarin leerlingen of studenten de afzonderlijk geleerde vaardigheden en kennis integreren tot een complexe prestatie. In deze zone oefenen leerlingen of studenten om zelfstandig te functioneren in realistische situaties, waarbij de begeleider geleidelijk terugtreedt. De focus ligt op het ontwikkelen van zelfsturing en probleemoplossend vermogen, zodat de leerling of student uiteindelijk zonder directe ondersteuning kan presteren in de beoogde situaties.”
Uiteindelijk doet je kind heel veel kennis en vaardigheden op. Deze moeten allemaal gecombineerd worden in een complexe prestatie.
Voordat het de complexe prestatie gaat leveren, is het goed als het de zelfstandige beheersing verder vergroot. Het zal wat eerder al geleerd is, moeten samenvoegen om zo de complexe prestatie mogelijk te maken. Daarnaast zal het ook onder diverse omstandigheden (regen, wind, in het donker en/of op drukke wegen) veilig het verkeer moeten kunnen doorkruizen.
Omdat je de basis voldoende hebt opgebouwd zul je tijdens deze laatste oefenfase nog wel actief monitoren, maar je gesprekken en feedback zullen met name erop gericht zijn om de zelfsturing van je kind aan te moedigen. Die zal voor zelfstandige beheersing namelijk hard nodig zijn!
Tijdens deze laatste leerzone neem je steeds meer afstand. Pas al je voldoende ‘bewijs’ van beheersing gezien hebt kun je je kind veilig loslaten in het verkeer.
Tot slot
In deze blog besprak ik de drie leerzones.
- De leerzone met passende ondersteuning
- De bestendigingzone
- De leerzone naar zelfstandige beheersing.
In vrijwel alle leersituaties zijn deze drie leerzones aanwezig. Of het nu wiskundelessen in kader-3 zijn waar leerlingen de oppervlakte én inhoud van ruimtefiguren moeten kunnen uitrekenen, of een HBO-studie waar studenten een brug moeten kunnen ontwerpen.
De leerzones vormen een bruikbare insteek om onderwijs te ontwerpen. Hoe je dit kunt aanpakken zullen we in een volgende blog bespreken, waarbij we zullen bespreken hoe daarbij de didactische routekaart ingezet kan worden.
Noten
- Een onderscheid waarnaar we ook wel hebben gewezen het verschil tussen didactiek en toetsing, of het onderscheid tussen blauw en rood hebben genoemd. ↑
Auteur
-
René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan vijftien boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast
Bekijk Berichten