Vertaald door: Golan Muhyaldin
Deze blog verscheen oorspronkelijk als Defining Excellence: How I use Whole-class Feedback. Vind je het wat? Koop Andy een kop koffie!
Enkele jaren geleden kwam ik voor het eerst in aanraking met ‘feedback geven aan de hele klas’, ook wel ‘klassikale feedback’ genoemd en was meteen gefascineerd. En waarom zou ik dat niet zijn? De belofte is een aanzienlijke vermindering van de werklast – niet langer ontelbare uren ineengedoken boven een bureau – en toch, op wonderlijke wijze, de resultaten van de leerlingen verbeteren.
Ik herinner me de allereerste keer dat ik één van de werkbladen zag die je kunt gebruiken voor klassikale feedback nog goed. Ik had veel vragen en was zelfs sceptisch: zou dit kunnen werken? Hebben leerlingen geen individuele opmerkingen nodig? Hoe weten ze waar ze aan moeten werken? Hoe zullen ze verbeteren? Maar toch, de belofte alleen al was genoeg om het te proberen. Ik bedoel, als het echt zou werken, zou het een ‘game-changer’ zijn. Ik bedoel dit niet als een cliché: maar mijn aanpak voor correctiewerk zou dan nooit meer hetzelfde zijn.
Dus ik heb het uitgeprobeerd. En het werkte.. soort van. Het is niet dat er niet gebeurde wat beloofd was. Het was me meteen duidelijk dat het echt alles zou kunnen veranderen, maar het paste ook nog niet helemaal. Sindsdien heb ik talloze werkbladen, vormen en aanpassingen van feedback van de hele klas geprobeerd. Sommige met gecodeerde feedback of legenda’s, sommige met slechts enkele annotaties en sommige zonder , sommige met alleen maar vinkjes en sommige zonder.
In dit bericht schets ik wat ik, na veel wikken en wegen, nu gebruik voor klassikale feedback. Mijn aanpak zal niet voor iedereen werken. Net zoals veel eerder genoemde werkbladen niet voor mij werkten. Maar misschien biedt het wat ideeën, want, voor mij althans, doet klassikale feedback eindelijk wat het beloofde.
Het werkblad. Hoe werkt het?
Hier is het werkblad dat ik gebruik:
Je ziet dat het onderverdeeld is in verschillende secties, die bekend over zullen komen voor degenen die klassikale feedback, al gebruik je het misschien op een andere manier. In dit artikel beschrijf ik grotendeels hoe ik elk van deze secties gebruik en hoe ze met elkaar in verband staan. Maar eerst, in het kort een samenvatting van elke sectie en diens functie.
Opdracht:
De titel van de opdracht die de leerlingen hebben gekregen of de titel van een essay.
Uitstekend is…
Tijdens het lezen van de essays ben ik vooral op zoek gegaan naar tekenen van excellentie in het werk van leerlingen. Dingen die leerlingen doen die hun werk uitstekend maken. Dit kan bijvoorbeeld de diepgang van de analyse zijn, de nauwkeurige wijze waarop citaten worden ingevoegd, de samenhang van de argumentatie, het gebruik van context om te verhelderen, enzovoort. Bij voorkeur gekoppeld aan succescriteria die zijn vastgesteld en besproken voordat ze aan het essay beginnen. Ik leg mijn klas dan uit: dit is iets dat sommigen van ons al heel goed doen, maar ik wil dat we het allemaal gaan doen.
En dit ziet er zo uit…
Vanuit de veronderstelling dat het moeilijk is om uitstekend werk te leveren als we niet weten hoe uitstekend eruit ziet, geef ik voorbeelden van essays van leerlingen die worden voorgelezen als onderdeel van deze feedbackcyclus.. Op het werkblad dat de leerlingen krijgen is het gewoon een leeg kader. Ik zal dadelijk uitleggen hoe ik dit voorbeeld van uitmuntendheid in de feedbackles zelf gebruik. Dus de boodschap die ik geef door deze twee aspecten van het werkblad samen te laten gebruiken is: dit is iets wat uitstekend is, en zo ziet het eruit.
Jouw volgende stappen:
Terwijl ik de essays lees, noteer ik op de traditionele klassikale-feedback-manier patronen van misvattingen, veelvoorkomende fouten of aandachtspunten. Deze koppel ik aan een genummerde code. Elke leerling heeft op zijn werk één van deze genummerde codes geschreven staan die individuelere feedback biedt om aan te werken. Als een leerling niet in een van deze categorieën past – hoewel dat voor de meesten niet zal gelden – dan zal ik iets meer opschrijven. De volgende stappen zijn grotendeels ontworpen in de vorm van kleine, gedetailleerde en bruikbare vervolgstappen die leerlingen kunnen nemen, met het idee dat er op termijn veel kleine voordelen te behalen zijn.
Er is echter nog een andere reden om deze sectie op te nemen. Het is niet iets dat over het hoofd gezien mag worden, namelijk: de motivatie van de leerlingen. In mijn verschillende pogingen om klassikale feedback te geven heb ik ontdekt dat modellen die geen enkel persoonlijk aspect bevatten, eerder zorgden voor een negatief gevoel bij de ontvanger. Hoewel goed bedoeld, waren de leerlingen minder geneigd om naar de feedback te luisteren als ze, terecht of onterecht, het gevoel hadden dat hun leraar hen niet als individu behandelde. Dit gedeelte heeft dus zowel een instructieve als een motiverende functie. De slechtste feedback – hoe goed deze ook gegeven wordt – is feedback die wordt genegeerd.
Onze gezamenlijke opdracht:
Dit is een opdracht die we allemaal samen doen op basis van alles waarvan ik denk dat het een maximale impact zal hebben in de klas en die we allemaal in de les uitvoeren. Als ik bijvoorbeeld vind dat we meer aan onze diepgang van de analyse moeten werken, biedt deze opdracht misschien een extra mogelijkheid om precies dat te doen. Het is vaak ook een link met wat we eerder deden in het gedeelte ‘Uitstekend is’ en bij ‘Zo ziet het er uit’ van de feedback tijdens de les. Zoals ik tegen de klas zeg, er is niemand die geen baat heeft bij het doen van deze opdracht.
Het feedbackproces: van het lezen van essays tot het teruggeven ervan
Nu we het ontwerp van het werkblad en de achtergrond hebben onderzocht, volgt hier stapsgewijs het proces van hoe dit verder wordt uitgebouwd in een feedbackcyclus. Stel je voor, ik heb een stapel essays op mijn bureau, wat nu?
Stap 1: Eerst lees ik de essays met een blanco vel papier naast me. Terwijl ik de essays lees, doe ik een paar dingen:
1. Ik maak globale aantekeningen, meestal van dingen die ik leuk vind. Dit kan zo simpel zijn als hele korte aantekeningen in de kantlijn zoals ‘geweldig punt’ of ‘ik ben het ermee eens dat Macbeth … is..’. Een paar opmerkingen hierbij:
Ik doe dit af en toe, dus niet bij elk essay. Ik beoog hiermee het motiverende effect dat ik hierboven beschreef. Het laat leerlingen zien dat ik aandacht heb voor hun werk, wat, zie mijn eerder beschreven ervaring om dit niet te doen, betekent dat ze meer geneigd zijn om aandacht te besteden aan de daaropvolgende feedback. Ik denk namelijk dat het een misvatting is om klassikale feedback gelijk te stellen aan het niet maken van persoonlijke opmerkingen of marginale aantekeningen. Maar nogmaals, ik doe dit maar af en toe en snel, of helemaal niet.
2. Ik markeer in blauw wat ik mooi vind. In tegenstelling tot het bovenstaande doe ik dit bij elk essay dat ik lees. Terwijl ik aan het lezen ben, heb ik een blauwe markeerstift op mijn bureau en elke keer als ik iets lees dat ik leuk vind, markeer ik het blauw. Deze gemarkeerde delen spelen later in het proces een rol.
3. Terwijl ik lees, breng ik, ook heel belangrijk, mijn eerste indrukken in kaart op het stuk papier. Welke misvattingen kom ik steeds weer tegen? Zijn er patronen van fouten? Wat gaat er echt heel goed? Is er een aspect van de vraag dat mensen niet leken te begrijpen? Zijn er specifieke leerlingen die het moeilijk vinden of die juist uitblinken? Al dit materiaal zal uiteindelijk terechtkomen op het klassikale-feedback- werkblad. Hier verduidelijk en werk ik de gecodeerde volgende stappen uit:
-
-
-
Hoe uitstekend werk eruitziet
-
Andere aspecten van de feedback in de les.
-
-
Stap 2: Werk het klassikale-feedback-werkblad uit. Op dit punt heb ik alle essays gelezen en heb ik mijn aantekeningen op het stuk papier gekrabbeld. Nu is het tijd om deze aantekeningen te vertalen naar een formulier dat aan de leerlingen kan worden uitgedeeld. Ik had de gecodeerde ‘volgende stappen’ al vastgesteld en de genummerde codes op de verschillende essays geschreven. Het is nu alleen nog maar een kwestie van deze overtypen en eventueel de woordkeuze een beetje aanpassen. Ik werk ook het gedeelte ‘Uitstekend is’ uit (wat meestal maar een korte zin is). Ik werk het gedeelte ‘hoe ziet het eruit’ niet uit op het blad. Dit zal ik live in de les uitvoeren. De voorbeelden die ik wil doornemen noteer ik op een apart vel papier of zelfs op een apart blad dat ik er zelf bij kan houden tijdens de les. Ten slotte formuleer ik de ‘onze gezamenlijke opdracht’, als ik dat nog niet heb gedaan op basis van mijn observaties in de klas.
Nu kan ik de werkbladen afdrukken en bij het werk van de leerlingen voegen. Ik schat in dat dit het hele proces voor een klas vanaf het openen van het eerste schrift tot aan het voltooien van de feedback ongeveer 40 tot 60 minuten kost. Dit kan echter ook veel minder tijd in beslag nemen, afhankelijk van de aard van de opdracht. Ik zou klassikale feedback namelijk ook op de traditionelere manier kunnen toepassen, wat feitelijk alleen de gekrabbelde notities zijn zonder werkblad. Dit zou nog minder tijd kosten.
Het feedbackproces: de les zelf.
Op dit punt zijn we bij de les zelf aangekomen, waarschijnlijk de volgende les na het ontvangen van de essays (nog een voordeel van klassikale feedback) of misschien een paar dagen later. Ik geef de schriften aan de leerlingen en vertel wat ze in hun werk kunnen terugvinden
-
Globale opmerkingen met verschillende vinkjes
-
Een aantekening, indien relevant
-
‘Volgende stappen’ met genummerde code
-
Diverse blauwe markeringen
-
Een reeds ingevulde en toegevoegde feedbackblad
Dus wat gebeurt hierna?
Stap 3: Terwijl ik de schriften teruggeef, vraag ik de leerlingen om eerst twee dingen te doen en al het andere te negeren: lees eerst je eigen essay in stilte door en let goed op de blauwe markeringen. Zoals ik in een vorige les heb uitgelegd, vraag ik ze dit te doen om een aantal redenen:
-
Ik wil dat ze hun opstel teruglezen, omdat ze zich naar alle waarschijnlijkheid niet meer zullen herinneren wat ze hebben opgeschreven. Ik leg uit dat de les niet veel zal opleveren als ze zich het werk dat ik aanbied niet meer kunnen herinneren.
-
Ik geef daarop aansluitend aan dat ze achteraf misschien graag wijzigingen of aanpassingen aan hun eigen werk willen aanbrengen op dit punt.
-
Ik wil ook dat ze heel goed letten op de blauwe markeringen, want dit is wat ze al heel goed doen en ik wil dat ze blijven doen wat ze al goed doen.
Dus ik leg uit dat ik wil dat de leerlingen nadenken wat het precies is dat ze op dat moment goed doen. Wat is blauw gemarkeerd en waarom? Een specifiek woord of een zin? Een argument? Een analysepunt? Zitten er patronen in de dingen die ik blauw heb gemarkeerd? Ik wil dat ze nadenken over en reflecteren op wat ze goed hebben gedaan. Ik geef ze ongeveer 10 minuten om dit te doen zodat ze allemaal kunnen lezen, aanscherpen en goed kunnen nadenken over wat blauw gemarkeerd is.
Stap 4: Eenmaal hier aanbeland gaan we in de les over op het ‘uitstekend is…’-gedeelte van de feedback, dat ik persoonlijk beschouw als het belangrijkste en meest waardevolle onderdeel van dit proces. Ik begin met herhalen (ze zouden dit eerder kunnen hebben gehoord) dat er bepaalde dingen zijn die sommigen van ons al heel, heel goed doen, maar dat ik wil dat iedereen in het lokaal ernaar streeft om deze dingen net zo goed te doen. Ik leg uit dat wat ik met ze ga bespreken namelijk dat er slechts twee dingen zijn die me zijn opgevallen en waarvan ik vond dat ze heel goed waren. Ik leg uit dat, omdat we streven naar uitmuntendheid, we dit samen zorgvuldig gaan doornemen en dat iedereen moet opletten, omdat ik er in het volgende essay extra goed op ga letten dat iedereen deze twee aspecten van excellentie nastreeft. Ik begin met het uitleggen van het eerste aspect van excellentie en wat het excellent maakt. Ik zeg dan dat ik hen precies ga laten zien hoe dit eruit ziet aan de hand van een voorbeeld van iemand in de klas. ‘Dit is niet mijn werk’, zeg ik, ‘dit is letterlijk wat een van jullie heeft opgeschreven’. En als een van jullie dit kan, kan iedereen het. Ik schrijf vervolgens op wat het is dat ik heb gekopieerd uit een essay en terwijl ik dit doe, verwoord ik precies wat het uitstekend maakt. Ik neem de tijd om vragen te stellen en de leerlingen te vragen om over te nemen wat ik aan het doen ben. Dit werkt om een aantal redenen:
-
Zoals elke vorm van live voordoen, is het concreet maken en uitpluizen van hoe succes eruit ziet cruciaal.
-
Ik maak duidelijk dat ik als leraar (of een ander leraar) niet het essay geschreven heb, maar dat een leerling dat heeft gedaan en dat het dus voor iedereen haalbaar is. Dit doe ik op een manier waarop het lijkt dat het niet mijn werk is.
-
Het werkt motiverend als er een kans is dat jouw werk als voorbeeld wordt gebruikt en het je bent trots als je complimenten over je werk krijgt in het bijzijn van je vrienden / klasgenoten.
Hetzelfde doen we bij het vaststellen van de tweede definitie van excellentie.
Stap 5: Zoals ik al aangaf, is het meest waardevolle onderdeel van dit proces voor mij het lokaliseren van twee zeer specifieke momenten van uitmuntendheid en deze terug te brengen tot wat leerlingen goed doen en waar iedereen naar zou moeten streven. Het onderdeel ‘Jouw volgende stappen’ waar we nu naar gaan kijken, biedt echter een iets meer op maat gemaakt en gericht feedbackpunt. Ik kies eerst alles uit deze volgende stappen zodat ik meer detail kan uitleggen. Vervolgens vraag ik de leerlingen om snel hun relevante actiestap over te nemen, afhankelijk van het nummer dat ze hebben gekregen. Ik vraag ze dit te doen, zodat als het feedbackblad ooit verloren gaat, ze de feedback nog hebben. Afhankelijk van de tijd en het aard van de vervolgstappen vraag ik de leerlingen soms direct iets met deze feedback te doen. Als dit het enige soort feedback was dat ik gaf, zou ik er zeker voor zorgen dat het een bruikbare stap is om in de les te af te ronden. Echter, gezien het feit dat dit deel van het proces ertussen zit, voel ik me niet verplicht om dit altijd te doen.
Stap 6: Nu komen we bij de ‘Onze gezamenlijke opdracht’, die we allemaal in de les afronden. Ik leg uit dat er niemand is die er geen baat bij heeft om dit te doen. Ik leg uit wat de opdracht inhoudt en probeer de leerlingen een genoeg tijd te geven om het af te ronden, afhankelijk van de opdracht. Hier ligt voor hen de kans om een deel van de ontvangen feedback te verwerken en om zaken die ik tijdens het lezen van de essays heb opgemerkt en die aandacht behoeven te verbeteren of aan te scherpen. De taken kunnen verschillen, of het nu gaat om het opnieuw toepassen van feedback uit de les in een andere vergelijkbare maar andere context of het op de een of andere manier uitbreiden van hun denken over het onderwerp of het uitwerken van een bepaald schrijfaspect in hun essay. Bij het ontwerp van deze opdracht zal ik proberen deze aan te laten sluiten op eerder bepaalde ‘Volgende stappen’. Zo kan deze in een andere context geoefend worden of kan er verband gelegd worden met het ‘hoe excellentie eruitziet’-aspect van de les. Deze opdracht gaat vooral over het samenbrengen van enkele verschillende onderdelen van de feedback. Deze opdracht duurt dan tot het einde van de les.
Hieronder een voorbeeld van een ingevuld werkblad dat ik heb ingevuld en doorgewerkt na een les :
Na de les: wat gebeurt er daarna?
Natuurlijk, zoals we weten, als feedback de leerlingen niet verandert, heeft het niet veel zin, dus na de les en de volgende keer dat we soortgelijk werk produceren, doe ik mijn best om aandacht te schenken aan wat we in de lessen hebben behandeld. Vooral rond het ‘hoe excellentie eruit ziet’. Ik wil namelijk echt zien hoeveel mensen in de klas nu werken aan, of in ieder geval dichter bij, de aspecten van uitmuntendheid komen die we in de les hebben onderzocht. Dit zal ook worden meegenomen in de toekomstige lessen. We komen dus terug op deze ideeën, met verdere mogelijkheden voor modellen en praktijk. Ik zal de feedback ook voor het volgende essay noteren en letten op patronen van misvattingen bij bepaalde leerlingen, die snel en eenvoudig aan te pakken zijn.
Op deze manier wordt de feedbackles zowel in de voorbereiding als erna, onderdeel van een iteratieve cyclus. Ik geef les en zet daarbij bewust het werk van de leerlingen in. Het is diagnostisch en toekomstgericht. Zowel voor mij als voor mijn leerlingen. Dit model van feedback van de hele klas stelt ons in staat de nadruk te leggen op wat er echt toe doet door het terug te brengen naar ‘Hoe ziet excellentie eruit’, wat zijn ‘De volgende stappen’ en ‘De opdracht die we allemaal samen doen’. Het is wat ik me altijd had voorgesteld van hoe feedback van de hele klas eruit zou zien.
Tot slot is hier een bewerkbare versie van het werkblad dat ik gebruik zodat je deze zelf kunt aanpassen of gebruiken: Klik hier.
Vertaling met dank aan: Masja Mesie & René Kneyber