In de vorige blog heb ik het belang van leerdoelen als ontwerpmateriaal voor de docent benadrukt. Met andere woorden: hoe leerdoelen de docent helpen bij het richting geven aan het ontwerpproces. Voor de leerlingen hebben leerdoelen echter een andere functie, namelijk richting geven aan hun leerproces, zodat zij weten waar zij naar toe werken en welke stappen zij daar achtereenvolgens voor moeten nemen.
Een veelvoorkomende valkuil is dat leerdoelen in dezelfde taal gedeeld worden met leerlingen als de taal die door docenten gebruikt wordt. Waar je vanuit je vak en jarenlange expertise als docent precies al weet wat je met bepaalde concepten en woorden bedoelt, zullen leerlingen echter nog de tijd nodig hebben hier begrip over te ontwikkelen (“Je kunt een goede inleiding schrijven” biedt pas sturing als de leerling begrijpt wat een goede inleiding is).
Maar hoe kun je leerdoelen dan wel goed communiceren? Eigenlijk heel eenvoudig: door leerdoelen tot leven te laten komen in je dagelijkse didactiek! In het volgende geef ik enkele handreikingen hoe dat uit kan zien.
Werk met voorbeelden en advance organisers om tot kwaliteitsbesef over de hoofddoelen te komen
Om leerlingen inzicht te bieden in de hoofddoelen (en mogelijk ook de tussendoelen), kan het bespreken van voorbeelden heel goed werken. Laat leerlingen een voorbeeld zien waaraan je ziet dat een hoofddoel of tussendoel is bereikt: “Kijk, hier zie je waar je met elkaar naar toe zullen werken, zo ziet kwaliteit eruit.” Betrek leerlingen expliciet bij het benoemen van kwaliteitscriteria aan de hand van de gepresenteerde voorbeelden. Voorbeelden als deze kunnen echter ook nog wat ‘ver weg’ voelen voor leerlingen, zeker als ze gaan over een doel dat pas na een hele tijd bereikt hoeft te zijn.
Het bieden van een advance organiser kan dan behulpzaam zijn. Deze biedt leerlingen structuur en overzicht in de te behandelen kennisinhouden. Zij zien welke inhouden aan bod zullen komen en wat de samenhang daartussen is. Er zijn vele vormen waarin je dit overzicht communiceert naar leerlingen (grafisch, vergelijkend, narratief; zie hoofdstuk 1 uit Wijze lessen), dit hangt onder andere af van het type vakgebied en de beoogde tussen- en hoofddoelen.
Geef focus in de inhoud om tot begrip over de tussendoelen te komen
De weg naar een hoofddoel toe werkt voor de leerling vaak goed als zij ook de aandacht kunnen richten op wat op dat moment in het leerproces het meest belangrijk is. Je zou dat focusgevende activiteiten kunnen noemen. Hier zijn vele voorbeelden van[1]:
- Toon aan het begin van de les het tussendoel en markeer daarin bewust bepaalde woorden[2]. Door ze te markeren (bijvoorbeeld vet te drukken), worden leerlingen gestimuleerd dáárover na te denken, maar houdt ze dus ook weg van inhouden en woorden waar ze hun aandacht niet op hoeven richten.
- Naast het markeren van de belangrijke woorden in de doelen, is het ook belangrijk in de doelen specifieke woorden te gebruiken die ook in het instructie- en lesmateriaal worden gebruikt[3]. Dat levert bij de leerling herkenning op, voorkomt cognitieve overbelasting en versterkt de constructieve afstemming tussen doelen, onderwijsactiviteiten en toetsing (zie Figuur 1). Je zou bijvoorbeeld een zogenaamd focusdoel kunnen koppelen aan een bepaalde opdracht (dus in plaats van lees hoofdstuk 1 vragen “Zoek de drie oorzaken voor gebeurtenis X”).
- Voordoen is een effectieve strategie om kwaliteitsbesef van een tussendoel te versterken. Vertel wat je gaat voordoen (‘Je ziet nu hoe je…’) en waarom (‘Dit moet je goed kunnen om …’). Oriënteer vooraf hardop, en verwerk daarbij eerder geleerde relevante kennis en vaardigheden. Laat ook zien op welke problemen je kunt botsen en hoe je die aanpakt (‘Ik doe nu dit omdat…’).
- Vertel expliciet wanneer je belangrijke stof of een belangrijke stap gaat behandelen: “Let op, wat we nu gaan doen is belangrijk, graag jullie aandacht”.
- Besteed aandacht aan veel herhaling van en het gespreid oefenen aan kernconcepten. Hierdoor zullen leerlingen vanzelf ervaren wat belangrijk is. Behandelen is niet gelijk aan beheersen, dus voor een aantal leerdoelen is juist het meerdere keren in aanraking komen met de inhoud essentieel om tot langetermijnbegrip te komen.
- Maak in je instructie- en werkmaterialen gebruik van een goede combinatie van woord en beeld, maak gebruik van multimedia of andere materialen die leerlingen helpt de leerdoelen te begrijpen.
- Stel in plaats van het presenteren van de leerdoelen van een bepaalde les, vooraf-vragen (prequestions) over de te behandelen leerstof. Deze vragen zijn dan al een goede trigger om een link te leggen met de lesinhoud die komen gaat.
Figuur 1. Het effect van vooraf-vragen[4]
Uit al deze focusgevende activiteiten blijkt dat er naast een leerdoel op het bord te schrijven of in het boek te zetten, vele manier zijn om leerlingen te laten werken aan de beoogde tussen- en hoofddoelen.
Wat is de belangrijkste conclusie over leerdoelen?
In deze twee blogs heb ik benoemd dat leerdoelen materiaal is dat je als docent, maar ook al leerling nodig hebt om tot een curriculum te komen dat focus, diepgang en samenhang kent. Gebruik leerdoelen dus doelgericht! Vanuit je rol als docent als vormgever van het onderwijs om richting te geven aan je ontwerpproces; vanuit je rol als leerling of student om houvast te hebben tijdens het vormgeven van je leerproces.
Doelen als ontwerpmateriaal hoeven niet per definitie in dezelfde taal als voor de ontwerper zichtbaar te zijn voor de leerling, het gaat er immers om dat de beschrijving van het doel voldoende houvast geeft om het onderwijs te ontwerpen. Wil je doelen wel communiceren naar leerlingen? Probeer dit dan in een taal te doen die zij begrijpen en markeer/gebruik de woorden die ook terugkomen in het leermateriaal. Voor leerlingen is het vooral belangrijk dat zij worden uitgedaagd om gedrag te laten zien dat uiting geeft aan hun ontwikkeling en zij de doelen bereiken. Als we zo durven kijken naar doelen, zou het zomaar kunnen zijn dat leerdoelen geen ‘moetje’ meer zijn, maar ze vooral helpen bij het inrichten van een kennisrijk en uitdagende werk- en leeromgeving voor leerlingen, studenten en docenten. Leerdoelen zijn er immers niet om op de plank te verstoffen of om een inspectie te plezieren, maar zijn bedoeld om er mee te werken en je visie op leren tot uiting te laten komen. Geef leerdoelen dus de waarde die ze kunnen hebben, maar maak ze niet tot onnodige ballast.[5]
Referenties
- Zie ook Surma, T., Vanhoyweghen, K., Sluijsmans, D. M. A., Camp, G., Muijs, D., & Kirschner, P. (2019). Wijze lessen. Twaalf didactische bouwstenen voor effectieve didactiek. Meppel: Ten Brink Uitgevers. ↑
- Britton, B. K., Glynn, S. M., Muth, K. D., & Penland, M. J. (1985). Instructional objectives in text: Managing the reader’s attention. Journal of Reading Behavior, 17(2), 101–113. ↑
- Rothkopf, E. Z., & Billington, M. J. (1975). A two-factor model of the effect of goal-descriptive directions on learning from text. Journal of Educational Psychology, 67(5), 692-704. ↑
- Carpenter, S. K., & Toftness, A. R. (2017). The effect of prequestions on learning from video presentations. Journal of Applied Research in Memory & Cognition, 6, 104-109. ↑
- Eisner, E. (1967). Educational objectives: help or hindrance? The School Review, 75, 250-260. ↑
Auteur
-
Dominique Sluijsmans is onderwijskundige met een specialisatie op het gebied van toetsing. Ze schreef diverse succesvolle en invloedrijke boeken zoals Wijze Lessen en Toetsrevolutie.
Bekijk Berichten