Instructional coaching en mentale modellen

Rene Kneyber, Sacha van Looveren, Annemarieke Schepers

Instructional coaching is een vorm van hoogfrequente coaching, waarbij een coach (meestal een collega) wekelijks of tweewekelijks lesbezoeken afneemt bij een leraar en deze nabespreekt om tot verbeterstappen te komen.

Om een docent maximaal te kunnen ondersteunen tijdens zo’n nabespreking is het van belang om de ‘mentale modellen’ van de leraar in kwestie te onderzoeken. Over wat een mentaal model is, bestaat er echter nog veel onduidelijkheid.

In deze blog zetten we uiteen wat een mentaal model is, wat het niet is, en hoe je coaching kunt benutten om er zo effectief mogelijk invloed op uit te oefenen. Dit kan helpen om de feedback in de coaching nog effectiever te maken.

 

Cognitieve schema’s versus mentale modellen

Om beter te begrijpen wat een mentaal model is, kan het handig zijn om het af te zetten tegen cognitieve schema’s.

Een cognitief schema gebruik je wellicht weleens in je lessen. Je verkent met een of meer leerlingen of studenten wat ze al weten over een bepaald concept, persoon of vaardigheid door samen met hen een woordweb te maken.

Een cognitief schema is het overzicht van de associaties die iemand maakt met en binnen een bepaald concept.

Ook een coach kan een cognitief schema onderzoeken met een docent door deze associaties te laten benoemen. ‘Waar denk je aan bij een onderwijsleergesprek?’

Misschien denkt die docent daarbij aan: vragen stellen, leraargestuurd, leerlingen die op elkaar reageren, denktijd geven, stemmen op antwoordopties,…

In theorie zou je daar een woordweb van kunnen maken om het cognitief schema zichtbaar te maken.

 

Woordweb en mentale modellen

Voorbeeld van een woordenweb.

 

Een mentaal model; oorzaak en gevolg

Een mentaal model gaat daarentegen over oorzaak-en-gevolg-relaties. In plaats van associaties vraag je een leraar om deze relaties te verwoorden: ‘In een onderwijsleergesprek geef ik leerlingen denktijd. Door even te wachten met het aanwijzen van een leerling na het stellen van een vraag, zorg ik ervoor dat alle leerlingen kunnen nadenken en leren van de gestelde vraag. Hierdoor zullen ze op termijn meer opsteken van mijn lessen, omdat ik regelmatig het test-effect benut’.

Als leraar gebruiken we mentale modellen om leerlingacties te voorspellen en te verklaren. Door de mentale modellen die wij hebben over hoe leerlingen leren, bepalen we wat onze (vervolg)acties moeten zijn. Als onze mentale modellen stevig of uitgebreid genoeg zijn, dan kunnen we deze ook wendbaar gebruiken en inspelen op wat op dat moment nodig is in het leren van de leerlingen, ook als het leren anders loopt dan verwacht.

A yellow and black drawing of a person thinking AI-generated content may be incorrect.

Het verschil tussen schema’s en mentale modellen (door Oliver Caviglioli)

 

Hoe mentale modellen zich ontwikkelen

Mentale modellen ontwikkelen zich door onze ervaringen met de realiteit. Als kind zie je bijvoorbeeld dat dingen kunnen vallen, en dat als ze van hoog genoeg gevallen, en van een breekbaar materiaal zijn, ze kapot kunnen vallen. Dit mentale model gebruik je vervolgens weer als informatie voor het handelen. Waar ga je voorzichtig mee om in het dagelijks leven (een glazen drinkbeker), en waar mag en kun je mee smijten (een stuiterbal – maar dan buiten)?

Een mentaal model vormt zo een handelingskader.[1] En een docent maakt deze modellen dus ook voor wat er in de klas gebeurt.

 

Oorzaak en gevolg soms onduidelijk

Maar dit gaat juist in het klaslokaal niet altijd goed.

  • In klaslokalen gebeurt heel veel, en ook nog eens tegelijkertijd. Het kan daarom soms moeilijk zijn om oorzaak en gevolg te ontwaren.
  • Het kan soms onduidelijk zijn wat voor gevolg een bepaalde actie heeft voor het leerproces, aangezien wat er in het hoofd van leerlingen en studenten gebeurt, vaak onzichtbaar blijft voor de leraar. Dit heet ook wel een fuzzy feedbackloop.
  • We zijn soms selectief op welke observaties we willen meenemen in de vorming van onze mentale modellen, vanwege een bias-effect.[2]

Op deze manier kunnen er mentale modellen ontstaan over oorzaak en gevolg, die niet helemaal stroken met de daadwerkelijke realiteit.

Dit maakt ons dan minder goed in staat om de problemen die we tegenkomen in de les op te lossen. Maar als docent hebben we dit niet altijd zelf door. Het mentale model dat we op dat gebied hebben opgebouwd, werkt namelijk ook als een soort filter waardoor we niet altijd meer kunnen onderscheiden of we oorzaak en gevolg op de juiste manier verbinden.

 

De rol van de coach

Om erachter te komen in hoeverre onze manier van handelen in het klaslokaal echt zo effectief is, hebben we reflectie nodig. Maar regelmatig blijven we blind voor onze eigen oorzaak-en-gevolg-redenaties. In gesprekken met collega’s komen deze modellen bijvoorbeeld niet natuurlijk, expliciet naar voren.

Een coach kan daarom behulpzaam zijn bij het zichtbaar maken én het bewust ombuigen of opzetten van behulpzame mentale modellen.

Allereerst functioneert de coach als een extra paar ogen in de les. Door kwalitatief en kwantitatief informatie te verzamelen kunnen de gevolgen van gedrag beter in kaart worden gebracht. Zo kan een docent wel denken dat het bieden van denktijd alle leerlingen aanmoedigt tot nadenken, maar kan het extra paar ogen van een coach en de verzamelde gegevens van een lesbezoeknodig zijn om vast te stellen dat de helft van de klas toch niet actief meedacht.

In het nagesprek kunnen de coach en de leraar zich richten op het verbeteren van het mentale model. Wat er is nodig naast het bieden van denktijd, of hoe kan de strategie zo worden aangepast, dat alle leerlingen wél aan het denken worden gezet?

Daarbovenop kan een leraar bij het toepassen van een volgende verbeterstap ervaren hoe een kleine aanpassing effect kan hebben op de realiteit van het klaslokaal. Op die manier wordt het mentale model weer versterkt.

 

Een fout mentaal model bestaat niet

Tot slot kan een coach natuurlijk ook invloed uitoefenen op een mentaal model door deze te bevragen.

Het is belangrijk om hierbij te onthouden dat een fout mentaal model niet bestaat. Er bestaan wel mentale modellen die onbehulpzaam zijn in het licht van het ontwikkeldoel van een docent, en het komen tot effectievere lespraktijken in de weg staan.

Mentale modellen veranderen vraagt dat we als docenten ‘denken over ons denken”. Waarom vermoed je dat bepaalde handelingen het leren van je leerlingen beter ondersteunen? Is de stilte van het klaslokaal daadwerkelijk een teken dat je leerlingen intensiever aan de slag zijn in het leerproces? Of zijn ze zich beleefd aan het vervelen?

Kortom een goede coachvraag om dit mentale model te onderzoeken is: wanneer is stilte behulpzaam voor het leerproces? En wanneer niet?

Door dit type reflectie kun je rijkere mentale modellen ontwikkelen, waarmee je flexibeler en effectiever problemen kunt oplossen.[3] In een volgende blog op deze site wordt hier verder op ingegaan.

 

De rol van wetenschappelijk onderzoek

In de zoektocht naar oorzaak-en-gevolg-relaties kan wetenschappelijk onderzoek natuurlijk heel erg behulpzaam zijn. Onderzoekers hebben vaak al eerder dit soort relaties gelegd, en deze kunnen belangrijke richtingen bieden om problemen op te lossen, zonder dat je als leraar en coach het wiel opnieuw uit hoeft proberen te vinden.

Het kan dus de moeite waard zijn om de literatuur in te duiken, maar gelukkig kunnen we ook leunen op de praktische vertalingen zoals die in Doorloopjes en op het Steplab-platform gemaakt zijn.

 

Conclusie

Instructional coaching biedt een effectieve manier om leraren te ondersteunen in hun professionele ontwikkeling. Door niet alleen te observeren, maar ook de mentale modellen van de leraar te onderzoeken, kan een coach helpen om effectievere oorzaak-en-gevolg-relaties te ontdekken en toe te passen in de klas.

Het herkennen en bijsturen van mentale modellen is zo belangrijk, omdat ze het handelen van de leraar direct beïnvloeden. Door middel van gerichte observaties, reflectie en wetenschappelijke inzichten kan een coach bijdragen aan het ontwikkelen van meer behulpzame mentale modellen. Dit leidt uiteindelijk tot beter onderwijs en een effectiever leerklimaat voor leerlingen.

Hoewel er geen ‘foute’ mentale modellen bestaan, kunnen sommige modellen minder behulpzaam zijn in het bereiken van leerdoelen. De uitdaging voor leraren en coaches is daarom om continu te reflecteren en kleine aanpassingen te maken, zodat de onderwijspraktijk steeds beter wordt afgestemd op wat écht werkt.

 

Ook aan de slag met instructional coaching?

Bezoek onze introdag of doe mee aan ons schoolbrede programma.

 

Noten

  1. (Tarnanen, 2024, Jones et al., 2011, Johnson-Laird, 1983).

  2. (Tarnanen, 2024)

  3. (Lagnado, 2022)

 

Bronnen

  1. Johnson-Laird, P.N., 1983. Mental models. Cambridge: Cambridge University Press. Jones, N. A., Ross, H., Lynam, T., Perez, P., & Leitch, A. (2011). Mental Models: An Interdisciplinary Synthesis of Theory and Methods. Ecology and Society16(1).Tarnanen, M., Kostiainen, E., Kaukonen, V., Martin, A., & Toikka, T. (2024). Towards a learning community: Understanding teachers’ mental models to support their professional development and learning. Professional Development in Education50(5), 1019-1033.
  2. Tarnanen et al. (2024)
  3. Lagnado, D. A. (2021). Explaining the evidence: How the mind investigates the world. Cambridge University Press.

 

Authors

  • René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan twintig boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast

    Bekijk Berichten
  • Sacha van Looveren heeft jarenlange ervaring als wiskundedocent en teamleider. Tegenwoordig is ze trainer en adviseur bij Toetsrevolutie.

    Bekijk Berichten
  • Annemarieke Schepers werkte 17 jaar als docent Kunst bij De Nieuwste School en hield zich daar bezig met curriculumontwerp, docentprofessionalisering en praktijkonderzoek. Zij sloot haar master Philosophy of Humanity and Culture af met een thesis over de rol van kunst en educatie in het werk van Hannah Arendt. Sinds 2022 werkt Annemarieke bij Avans Hogeschool en sinds 2025 werkt ze daar aan haar phd-onderzoek in het lectoraat Brein & Leren.

    Bekijk Berichten

Authors

  • René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan twintig boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast

    Bekijk Berichten
  • Sacha van Looveren heeft jarenlange ervaring als wiskundedocent en teamleider. Tegenwoordig is ze trainer en adviseur bij Toetsrevolutie.

    Bekijk Berichten
  • Annemarieke Schepers werkte 17 jaar als docent Kunst bij De Nieuwste School en hield zich daar bezig met curriculumontwerp, docentprofessionalisering en praktijkonderzoek. Zij sloot haar master Philosophy of Humanity and Culture af met een thesis over de rol van kunst en educatie in het werk van Hannah Arendt. Sinds 2022 werkt Annemarieke bij Avans Hogeschool en sinds 2025 werkt ze daar aan haar phd-onderzoek in het lectoraat Brein & Leren.

    Bekijk Berichten

Nieuwe blogs