Een nieuw schooljaar biedt altijd nieuwe en mooie kansen. De kans om door te gaan met waar je al bezig was, een kans om te verbeteren wat je aan het doen was of misschien dé kans om opnieuw te beginnen. Of je nou docent, teamleider of schoolleider bent, je hebt vast gedacht: “Volgend schooljaar ga ik het anders doen of ik ga iets nieuws uitproberen”. En het mooie aan een lange zomervakantie is dat het inderdaad vaak voelt alsof je opnieuw kan beginnen na die zes weken.
Bij formatief handelen word je als docent uitgedaagd om keuzes te maken met betrekking tot de inhoud van je curriculum. Je kan niet alles tegelijkertijd aanpakken en daarom is het noodzakelijk om bewuste keuzes te maken in je curriculumontwerp. Om te bepalen welke keuzes je maakt kan het handig zijn om bij het maken van je curriculum een aantal vragen te beantwoorden:
- wat wil jij weten over het leren van de leerlingen/studenten?
- wanneer is het handig om iets te weten?
- wat ga ik doen met de informatie die ik ophaal over het leren van de leerlingen/studenten?
Het maken van bewuste keuzes is een onlosmakelijk onderdeel van flexibele planning omdat dit valt en staat met wat er geleerd wordt, hoe dat geleerd wordt, wanneer en met wie en waar datgene geleerd kan worden.
Voorbeelden
- Aan het begin van een les haal je bewust voorkennis op die leerlingen nodig hebben om het onderwerp van die les te snappen.
- Na een bepaalde gemaakte oefenvraag laat je de leerlingen bewust antwoorden vergelijken en bespreek je welk antwoord het beste is. Samen maak je op basis daarvan criteria voor een sterk antwoord.
- Bij het maken van een praktische opdracht kies je er heel bewust voor om de leerlingen feedbackvragen te laten stellen bij een feedbackmoment.
Formatief handelen is een complexe vaardigheid, die minimaal 3-5 jaar kost om echt goed in de vingers te krijgen. Om deze vaardigheid te beheersen is het raadzaam om klein te beginnen. Daarbij is het belangrijk dat jij bepaalde keuzes maakt in je curriculumontwerp.
Hieronder gaan we in op een aantal elementen die belangrijk zijn als je aan de slag wilt gaan met de didactiek van formatief handelen of omdat je nieuw leven wilt inblazen in je aanpak van formatief handelen.
1. Flexibele planning
Het maken van de planning voor een nieuw schooljaar is een belangrijk onderdeel in je voorbereiding. Deze planning geeft zowel voor jezelf als de leerling inzicht in de inhoud van de lessen. Om goed formatief te kunnen handelen is het belangrijk om genoeg ruimte in te bouwen in je planning. Ruimte in je curriculum creëren doe je door keuzes te maken in wat je wel en niet opneemt in je lesprogramma. Om de juiste keuzes te kunnen maken helpt het om te kijken naar het hoofddoel en van daaruit terug te redeneren om je lesactiviteiten te kunnen ontwerpen. Op deze manier leg je de focus op de doelen die je wilt bereiken aan het einde de module, hoofdstuk of lessenserie.
Deze ruimte zorgt ervoor dat je kunt versnellen of vertragen in de les, aan de hand van de informatie die je op hebt gehaald. Hierdoor kun je flexibel inspelen op wat de leerlingen nodig hebben in hun leerproces bij het bereiken van de hoofddoelen.
Voorbeeld van een flexibele planning
Een flexibele planning betekent dat jij als docent nadenkt over de belangrijkste onderdelen om een hoofddoel te behalen bij een lessenserie of module. Een flexibele planning is niet een studiewijzer waar tot in detail wordt aangegeven wat er moet gebeuren per les. Het dient meer als een navigatiekaart. Deze flexibele planning helpt jou als docent om gefocust te blijven op dingen die echt gaan bijdragen aan het behalen van het hoofddoel. In deze flexibele planning kan je een aantal belangrijke stappen op weg naar het hoofddoel opnemen. Het voordeel van een flexibele planning is dat je de mogelijkheid hebt om in te spelen op de behoefte van je leerlingen ten behoeve van hun leerproces. Een flexibele planning is wellicht minder gedetailleerd maar biedt nog steeds voldoende houvast om datgene te doen wat nodig is om de doelen te behalen. De kunst hierbij is om een goede balans te vinden in de curriculumonderdelen die nodig zijn om het hoofddoel te behalen, waarbij je ruimte overlaat om in je planning te schuiven waar nodig.
Bij een flexibele planning krijg je als docent de ruimte om aan de hand van formatief handelen steeds de interventies te doen om te checken in hoeverre het doel al behaald is. Hieronder vind je een voorbeeld van een flexibele planning voor het vak Spaans bij vwo 4. Het hoofddoel hoort bij de module schrijfvaardigheid, waarbij het doel is een eigen sprookje te schrijven.
2. Een formatief-gerichte houding
Bij formatief handelen is een onderzoekende houding van de docent bij uitstek een goede basishouding om veel informatie te kunnen verzamelen over waar de leerling in het leerproces staat. Om goed in beeld te krijgen waar leerlingen staan ten opzichte van de leerdoelen is het nodig om opdrachten te ontwerpen die jou als docent deze informatie geven. Hierbij is het belangrijk om ALLE leerlingen aan het denken te zetten zodat je zo veel mogelijk informatie ophaalt. Deze informatie helpt je om de juiste vervolgstappen in het leerproces te kunnen bepalen. Doordat docenten consequent en actief op zoek gaan naar informatie over wat er geleerd wordt, worden de leerlingen aangemoedigd om actiever om te gaan met de leerstof.
Een aantal voorbeelden van docentgedrag bij formatief handelen:
- Docenten onderzoeken structureel waar leerlingen staat in het leerproces en handelen hierop
- Docenten zetten structureel zo veel mogelijk ALLE leerlingen aan het denken
- Docenten werken doelgericht om de leerlingen dieper te laten leren
- Docenten creëren en cultuur waarin leerlingen fouten kunnen maken om van te leren
Door deze manier van handelen krijgen leerlingen minder kansen om weg te duiken en worden ze allemaal uitgenodigd om constant na te denken. Wanneer docenten hiermee consequent gaan werken zien leerlingen dat het bij formatief handelen om een consequente aanpak gaat en niet om incidenteel gebruik van een tool. Hierdoor laten de leerlingen ander leergedrag zien. Formatief handelen wordt dan een vast onderdeel van de didactiek, iets wat bij je les hoort in plaats van een ‘kunstje’ of een extra ‘tool’ dat incidenteel gebruikt wordt.
Een aantal voorbeelden van leerlinggedrag bij formatief handelen:
- leerlingen/studenten zijn gewend om korte vragen te beantwoorden tijdens de les waardoor de docent snel kan checken waar ze staan in het leerproces
- leerlingen/studenten gaan actief op zoek naar informatie, bijv. verbeteringen of feedback
- leerlingen/studenten ervaren dat ze de leerstof beter onthouden
- leerlingen/studenten leren van anderen
- Leerlingen/studenten kijkt veelvuldig kritisch naar hun eigen werk
- leerlingen/studenten krijgen ook een onderzoekende houding, ze worden gestimuleerd om vragen te stellen over hun werk en dat van anderen
3. Leren voor de lange termijn
Naarmate je bewuster en gerichter formatief handelen inzet wordt het rendement van het leren hoger. Het positieve effect van formatief handelen is dat leerlingen beter onthouden wat ze leren. Dit komt doordat er een constant appèl wordt gedaan op de aanwezige voorkennis bij de leerlingen. In je lessen probeer je constant hierbij aan te sluiten door informatie op te halen over waar leerlingen staan een daarnaar te handelen. Voorkennis vormt op deze manier de basis voor het creëren en uitbreiden van kennisschema’s. Deze kennisschema’s zijn belangrijk omdat ze ervoor zorgen dat de aanwezige kennis dieper in het lange termijn geheugen verankerd wordt.
Een voorbeeld hiervan is het leren van woordenschat bij de moderne vreemde talen. Bij deze aanpak wordt woordenschat geselecteerd op basis van de beoogde doelen. De aanwezige voorkennis bepaalt dan in hoeverre deze woorden nog verder aangeleerd moeten worden. Dit vergroot de kans dat de leerlingen de woorden beter kunnen toepassen. Door woorden vaker te gebruiken in een bekende context worden deze beter in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Bij deze aanpak is het belangrijk dat de woorden die geleerd moeten worden eerst goed worden geselecteerd. Deze selectie kan wordt gedaan op basis van de doelen van de activiteit of de opdracht. Ook het aantal woorden dat gekozen wordt is belangrijk. Teveel woorden opgeven leidt niet per se tot meer actief gebruik van de woorden. Bij woordenschat geldt “less is more” als uitgangspunt. Om te komen tot duurzaam inzet van woordenschat (actieve woordenschat) is het belangrijk dat de docent weet hoe goed de leerlingen deze woorden kennen. Hierbij is het belangrijk om deze woorden op verschillende momenten en manieren op te halen zodat de leerlingen de woorden sneller kunnen oproepen en gebruiken.
Een ander voorbeeld hiervan bij maatschappijleer gaat over het thema rechtsstaat. In deze lessenserie is het doel om leerlingen te leren over het belang van het hebben een rechtsstaat om machtsmisbruik te voorkomen en voor een zo eerlijk mogelijk rechtssysteem. Hierbij wordt op de onderstaande wijze gewerkt aan het opbouwen van kennisschema’s bij leerlingen waarbij er structureel voorkennis opgehaald wordt voordat er verder kan worden gegaan met het volgende onderwerp. De lessenserie begint met gericht achterhalen in hoeverre leerlingen de begrippen recht en rechtvaardigheid van elkaar kunnen onderscheiden. Hierna worden beide concepten aan de hand van voorbeelden dieper besproken. Vervolgens volgt er een checkopdracht om erachter te kunnen komen of de leerlingen deze concepten nu begrijpen en er geen misvattingen meer aanwezig zijn. Dit dient namelijk als voorwaardelijke voorkennis voor het begrip rechtsstaat. Na een uitleg over het begrip met voorbeelden volgen de grondbeginselen. Hiervoor check ik eerst of ze individueel nog kunnen uitleggen wat de kern van de rechtsstaat is. Dit moet je immers snappen om de grondbeginselen te kunnen snappen en duiden waarom die belangrijk zijn. Mocht dit nog niet zo zijn dan heb ik hier nog werk te doen. Na de basistheorie over de vier grondbeginselen te hebben behandeld wordt er weer gecheckt of de leerlingen deze grondbeginselen snappen en kunnen uitleggen waarom deze nu belangrijk zijn in een rechtsstaat. Als deze voorkennis voldoende aanwezig is wordt er dieper ingegaan op de vier grondbeginselen. Ze worden nu dieper uitgewerkt met bijvoorbeeld praktijkvoorbeelden en voorbeelden uit andere landen. Hiermee kunnen ze uiteindelijk beredeneren waarom een rechtsstaat en zijn grondbeginselen zo belangrijk zijn voor land en om deze zo eerlijk mogelijk te maken.
Aan de slag met formatief handelen
Geef jezelf de kans om te experimenteren en fouten te maken, dat is juist de manier om vertrouwd te worden met deze nieuwe manier van werken. Naarmate je meer hebt geoefend zul je de didactiek van formatief handelen steeds gerichter kunnen inzetten.
Waarmee kun je experimenteren?
Curriculum
- Het maken van keuzes in je curriculum
- Het gebruiken van een flexibele planning
Didactiek van formatief handelen in de les
- Het gericht activeren van voorwaardelijke voorkennis
- Structureel achterhalen of er nog misvattingen zijn bij leerlingen
- Tijdens je les structureel monitoren d.m.v. een opdracht of vraag uit de klas en op basis daarvan passende vervolgstappen bepalen
- Gericht essentiële kennis en vaardigheden terughalen
Verder lezen over didactiek van formatief handelen in de les? Proces van formatief handelen
Afsluiting
Wij hopen dat je aan de hand van deze blog zin krijgt om of te starten met formatief handelen of om ermee door te gaan. Je hoeft niet alles te weten of al te kunnen om te starten. Zorg dat jij klein begint om voldoende ervaring op te doen. Hiermee krijg je steeds meer succeservaringen en ga je beter inzien wat wel en niet werkt.
Om je verder te verdiepen in het thema is er veel materiaal beschikbaar. Het boek: Formatief handelen van instrument naar ontwerp kan mooie handvatten geven om te starten en jezelf te ontwikkelen. Daarnaast worden in de LLEARN-podcast regelmatig thema’s rondom formatief handelen besproken. Bovendien zijn er op de Toetsrevolutie site meer blogs die dieper ingaan op een thema binnen formatief handelen.
Heel veel succes met formatief handelen in je lespraktijk!
Authors
-
Blanca Wilde López is docent Spaans en voormalig afdelingsleider. Zij is lid van Toetsrevolutie en geeft trainingen en advies over formatief handelen. Zij wil met haar ervaring en kennis op dit gebied docenten, leerkrachten en schoolleiders inspireren om formatief handelen vaker in te zetten in de lessen. Op deze manier levert zij graag een bijdrage aan het versterken van effectieve didactiek.
Bekijk Berichten -
Flemming van de Graaf is een docent maatschappijleer en maatschappijwetenschappen. Hij wil met zijn praktijkervaring collega’s binnen zijn eigen school en op andere scholen inspireren om effectiever les te geven met behulp van formatief handelen. Samen met René Kneyber en Valentina Devid maakt hij de LLEARN-podcast. Flemming geeft trainingen voor Toetsrevolutie.
Bekijk Berichten