fbpx

Over handelen in formatief handelen

Rene Kneyber, Valentina Devid, Annemarieke Schepers
Afbeelding met kunst Automatisch gegenereerde beschrijving

‘Formatief handelen’ is inmiddels niet meer uit het woordenboek van het Nederlands onderwijs weg te denken. Van leraren die hun onderwijs motiverender proberen te maken en proberen beter te laten aansluiten bij de leerbehoeftes van leerlingen of studenten, naar directies die het streven om meer formatief handelen vast te leggen in koersplannen, tot de Inspectie die rapporteert over deze interessante ontwikkeling in de Staat van het Onderwijs.

In 2022 legden we in het boek Formatief handelen: van instrument naar ontwerp uit waarom we de term formatief handelen verkiezen boven formatief toetsen. De essentie ervan was dat leerlingen en de leraar in een proces van formatief handelen informatie benutten om tot handelen te komen. Deze wijziging heeft in ieder geval als positief gevolg gehad dat men de term meer is gaan associëren met het dagelijkse leerproces en minder met toetsing.

Wat we echter nog niet zo hebben toegelicht is dat ‘handelen’ niet alleen verwijst naar het gegeven dat men in zo’n proces tot handelen komt, maar ook dat formatief handelen nooit in isolement kan plaatsvinden. We zullen dit uitleggen aan de hand van het werk van Hannah Arendt.

 

Wat is handelen?

Handelen is volgens de denker Hannah Arendt de belangrijkste menselijke activiteit. In haar boek De menselijke conditie (1968) onderscheidt ze drie van (fundamentele) menselijke activiteiten: arbeiden, werken en handelen.

1. Arbeid (Labor): Dit betreft de activiteiten die noodzakelijk zijn voor het biologische leven en overleven. Het gaat om de cyclische, zich herhalende taken die nodig zijn om in onze basisbehoeften te voorzien. Voorbeelden zijn voedsel produceren, koken, schoonmaken, en andere huishoudelijke taken. Arbeid is gericht op consumptie en is van voorbijgaande aard, herhaling ervan is dus noodzakelijk om onszelf in leven te houden.

2. Werk (Work): Dit verwijst naar het maken van duurzame objecten die de menselijke wereld vormen. Het gaat om het creëren van kunstmatige objecten die langer meegaan dan het productieproces zelf. Voorbeelden zijn het bouwen van huizen, het maken van kunst, of het schrijven van boeken. Werk draagt bij aan de stabiliteit en duurzaamheid van de menselijke wereld.

3. Handelen (Action): Deze laatste vorm is de hoogste vorm van menselijke activiteit volgens Arendt. Het betreft politiek handelen, spreken en interacteren met anderen in de publieke ruimte. Handelen is onvoorspelbaar en onthult de unieke identiteit van de persoon. Het is de basis voor politieke vrijheid en de mogelijkheid om nieuwe dingen te beginnen. ‘De grondgedachte van Arendts begrip van handelen is daarom heel eenvoudig: we kunnen niet handelen in isolement.’[1]

Kortom –zoals wij ernaar kijken – door te spreken over formatief handelen, en niet over werken – of arbeiden –, impliceren we dat de verschillende strategieën alleen maar functioneren in een ruimte die mensen met elkaar vormen. In de sfeer van het handelen laten mensen aan elkaar zien wie zij zijn en wat zij denken. Sterker nog, formatief handelen benadrukt dat leraren en leerlingen afhankelijk zijn van elkaar om een prestatie neer te zetten. Waarbij het niet alleen draait om het eindresultaat, maar ook het proces van formatief handelen van belang is.

 

Het klaslokaal als proto-publieke ruimte

Het is belangrijk om te benoemen dat voor handelen in de Arendtiaanse zin het wel nodig is dat de ruimte ‘publiek’ is.[2] Daar is natuurlijk, in strikte zin, geen sprake van in het klaslokaal, hoewel het wel een aantal belangrijke kenmerken omvat.

Het biedt wél een platform voor zichtbaarheid, dialoog en het initiëren van nieuwe ideeën. Daarnaast is de wereld in het klaslokaal pluraal – er komen verschillende individuen met verschillende perspectieven bij elkaar – en creëert men gedeelde kennis en ervaring.

Aan de andere kant zijn er ook significante verschillen, vooral wat betreft de gezagsstructuren, de gecontroleerde aard van de interacties, dat leerlingen en studenten vaak beoordeeld worden.

We kunnen het klaslokaal daarom misschien het beste zien als een soort ‘proto-publieke’ ruimte. Het is een plek waar leerlingen kunnen oefenen met de vaardigheden en houdingen die nodig zijn voor handelen in de bredere publieke sfeer. Een school is kortom:

‘het instituut dat we tussen het private domein van thuis en de wereld plaatsen om de overgang van het gezin naar de wereld überhaupt mogelijk te maken’[3] (Arendt, 177, 188-189).

Leraren kunnen op verschillende manieren het ‘handelen’ in de klas aanmoedigen door:

  1. Ruimte te creëren voor open discussie en debat.
  2. Leerlingen of studenten aan te moedigen hun unieke perspectieven te delen.
  3. Projecten te faciliteren die nieuwe initiatieven stimuleren.
  4. Kritisch denken en oordeelsvorming aan te moedigen.

Daarnaast bieden de drie kernstrategieën van formatief handelen diverse mogelijkheden om het ‘publieke’ van het klaslokaal te versterken.

 

Strategie 1: Kwaliteitsbesef bijbrengen

Bij kwaliteitsbesef bijbrengen bij producten, toont de leraar voorbeelden van producten, zoals bijv. een spannend verhaal en laat je de leerlingen nadenken over welke aspecten de verhalen goed of minder goed maken, vanuit het perspectief van de leerling.

De leraar vraagt vervolgens aan de klas om deze perspectieven met elkaar te delen om zo tot een gezamenlijke lijst met criteria te komen. Hier wordt dus van de leerlingen gevraagd om hun perspectief ‘publiek’ te maken. Hierna wordt er gediscussieerd over de verschillende perspectieven, waarbij je als leerling je eigen mening moet formuleren, maar het perspectief van iemand anders ook verhelderend kan zijn. Zo kan iemand anders heel anders kijken naar wat ‘spannend’ is, dan je soms zelf bedacht had. Leerlingen leren op deze manier om te handelen-in-pluraliteit.

 

Strategie 2: Feedback organiseren

Ook het organiseren van feedback is een voorbeeld van ‘handelen’ in de Arendtiaanse zin. Het is iets dat plaatsvindt tussen mensen en kent vaak onzekere uitkomsten. Hoe mensen op feedback reageren, of hoe er feedback gegeven wordt is van heel veel vooral ‘menselijke’ factoren afhankelijk. Feedback kan slecht vallen, tot onzekerheid leiden; waar stevige kritiek voor de één wonderen kan doen, kan een ander juist weer afhaken.

Voor feedback is het altijd nodig dat iets ‘publiek’ wordt gemaakt. Het artikel waar je eerst in stilte aan werkte, de video met een uitleg, het kunstwerk dat je maakte. Er komt een moment dat je uit je isolement moet komen en er feedback volgt, gevraagd of ongevraagd.

Of denk aan klassikale feedback, waarbij de leraar of de leerlingen het werk of een aantal werken van leerlingen, gezamenlijk van feedback voorziet.

 

Strategie 3: Het proces van formatief handelen

In Formatief handelen: van instrument naar ontwerp hebben we een vijfstappen-model geïntroduceerd voor het proces van formatief handelen.

A diagram of a diagram Description automatically generated

Dit proces zou je ook kunnen beschouwen als een handelingsgericht, of handelingsbevorderend, onderzoeksproces.

Een proces start vaak doordat leraren iets willen ‘onderzoeken’. Ze zijn op zoek naar potentiële misvattingen, of naar het denkproces van de leerlingen. Dit kunnen ze bijvoorbeeld doen door een meerkeuzevraag te stellen.

Als leerlingen het antwoord niet voor zichzelf houden, maar als het moet worden ‘ingebracht’ –bijvoorbeeld door te stemmen – vergroot dit het handelen in de les. Door uiting te geven aan hun denken maken ze het publiek, en op dit initiatief wordt weer gereageerd.

In stap 3 vindt nog meer handelen plaats, waarbij de groep hun antwoord moet toelichten. Of aan degene waar ze naast zitten, of via een klassikaal gesprek. Vaak blijkt dit gesprek al leerzaam. Het helpt de deelnemers aan dit gesprek hun gedachten verder te vormen, en zicht te krijgen op andere perspectieven dan het eigen perspectief

Bij een proces van formatief handelen is het dus vooral de bedoeling om het handelen te bevorderen – niet alleen door een geïnformeerde vervolgactie te ondernemen, maar ook– door gedachten, ideeën en opvattingen ‘publiek’ te maken.

 

Een vormingsproces voor leraren

Tot slot is het nog interessant dat hoewel we formatief handelen vaak opvatten en inzetten als bevorderend voor het leren van de leerlingen, het zo beschouwd dus ook een belangrijk concept is in de vorming van leraren. Leraren ontspringen zelf de vormingsdans niet – ze zijn verbonden in de activiteit van het handelen.

  1. Door formatief handelen ontstaat een interactie waarin de docent de leerlingen beter leert kennen. De docent is echt nieuwsgierig naar hun leerproces. Tegelijkertijd ontkomt de docent er niet aan zichzelf te tonen, in het formatief handelen komt ook naar voren wie de docent is. In het proces van formatief handelen maakt een docent duidelijk waarom die een voorkeur heeft voor bepaalde werkwijzen en waarom de docent bepaalde keuzes maakt in het curriculum. De docent toont zichzelf door de wijze waarop die handelt naar de informatie die de leerlingen met de docent delen. De docent zal door formatief te handelen afwijken van de gebaande paden.
  2. Docenten én leerlingen maken deel uit van een netwerk van intermenselijke relaties. Een menselijk leven krijgt vorm in de wereld in interactie met anderen. Spreken en handelen spelen zich af onder mensen en hiermee vormen zij wat Arendt noemt een ‘inter-est’: “iets wat zich tussen de mensen bevindt en hen daarom in staat stelt relaties en banden met elkaar aan te knopen” (MC, p. 167). Door formatief te handelen is de docent beter in staat om het leerproces een richting te geven, die nooit losstaat van het proces van wording dat plaatsvindt bij de leerlingen.
  3. Een docent die zich het formatief handelen eigen maakt, is in staat om steeds iets nieuws te beginnen. De docent heeft de vrijheid om op een eigen manier te handelen. Pluraliteit maakt het voor ieder van ons mogelijk om op een unieke manier te handelen en daarmee op een eigen wijze bij te dragen aan het netwerk van intermenselijke relaties. Iedere docent en ieder vak kent bepaalde voorkeuren voor strategieën om door formatief handelen relaties zichtbaar te maken en acties vorm te geven. De docent die formatief handelt biedt leerlingen ook die vrijheid door steeds maar weer met elkaar te verkennen waar eenieder zich bevindt in het leerproces.

 

Conclusie: Een pedagogisch perspectief op formatief handelen

In de Angelsaksische context wordt formative assessment voornamelijk als didactisch concept gepositioneerd. In het boek Formatief handelen: van instrument naar ontwerp hebben we diverse principes benoemd die bijdragen aan formatief handelen als effectieve didactiek.

In deze blog hebben we ook ons perspectief geboden op de pedagogische dimensie van formatief handelen. Ook hier is het van belang om trouw te blijven aan een aantal principes zoals impliciet benoemd in deze blog:

  • Publieke ruimte creëren: Het klaslokaal benaderen als een ‘proto-publieke’ ruimte waar leerlingen kunnen oefenen met vaardigheden en houdingen voor effectief handelen in de bredere maatschappij.
  • Pluraliteit bevorderen: Ruimte bieden voor diverse perspectieven en studenten aanmoedigen hun unieke gezichtspunten te delen.
  • Dialoog en interactie stimuleren: Open discussies en debatten faciliteren om kritisch denken en oordeelsvorming te ontwikkelen.
  • Zichtbaarheid en identiteitsvorming: Leerlingen de kans geven zich te uiten en hun ideeën ‘publiek’ te maken, wat bijdraagt aan hun identiteitsvorming.
  • Reflectief onderzoek van leraren stimuleren: Leraren aanmoedigen om hun eigen aannames en verwachtingen te onderzoeken en hierop te reflecteren.
  • Menselijke interactie centraal stellen: Erkennen dat formatief handelen draait om menselijke interacties en relaties, niet alleen om technieken of instrumenten.
  • Handelingsgerichtheid: De nadruk leggen op het actief ‘handelen’ met, in plaats van passief ontvangen van informatie.

****

Verwijzing naar de afbeelding

Voor deze blog hebben we de volgende afbeelding gebruikt.

Afbeelding met kunstAutomatisch gegenereerde beschrijving
Chiharu Shiota, The Crossing, 2018

 

“Every single thread carries a vast amount of meaningful information, accumulating in a mass of awareness. It is the history of our interwoven, universal narratives, filling the space with an organic structure of human matter. With ‘The Crossing’, I want to present this intermingling but compact system, to map the knowledge we share and pass on to our children, who pass it on to their children. Chiharu Shiota”

 

Noten

  1. Biesta, G. (2015) Het prachtige risico van onderwijs. Phronese, p.158 (onze cursivering).
  2. Arendt betoogde zelf dat handelen in de opvoeding niet mogelijk was. Een gedachte die pedagoog Gert Biesta bekritiseert in zijn boek Het prachtige risico van onderwijs (hoofdstuk 6).
  3. Arendt, H. (1977). The Crisis in Education. In: H. Arendt, Between Past and Future: Eight Exercises in Political Thought. Harmondsworth: Penguin, p. 188-189.

 

Authors

  • Rene Kneyber

    René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan vijftien boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast

    Bekijk Berichten
  • Valentina Devid is van oorsprong docent geschiedenis en levensbeschouwing. Ze is teamleider havo, brugklascoördinator en onderwijskundig leider geweest. Daarnaast heeft ze in het HBO als toetsdeskundige gewerkt. Valentina is medeoprichter van Toetsrevolutie en verzorgt met plezier veel trainingen. Met René Kneyber en Flemming van de Graaf maakt ze de LLEARN-podcast.

    Bekijk Berichten
  • Annemarieke Schepers werkte 17 jaar als docent Kunst bij De Nieuwste School en hield zich daar bezig met curriculumontwerp, docentprofessionalisering en praktijkonderzoek. Zij sloot haar master Philosophy of Humanity and Culture af met een thesis over de rol van kunst en educatie in het werk van Hannah Arendt. Sinds 2022 werkt Annemarieke bij Avans Hogeschool als senior beleidsadviseur onderwijs en innovatie.

    Bekijk Berichten

Authors

  • Rene Kneyber

    René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan vijftien boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast

    Bekijk Berichten
  • Valentina Devid is van oorsprong docent geschiedenis en levensbeschouwing. Ze is teamleider havo, brugklascoördinator en onderwijskundig leider geweest. Daarnaast heeft ze in het HBO als toetsdeskundige gewerkt. Valentina is medeoprichter van Toetsrevolutie en verzorgt met plezier veel trainingen. Met René Kneyber en Flemming van de Graaf maakt ze de LLEARN-podcast.

    Bekijk Berichten
  • Annemarieke Schepers werkte 17 jaar als docent Kunst bij De Nieuwste School en hield zich daar bezig met curriculumontwerp, docentprofessionalisering en praktijkonderzoek. Zij sloot haar master Philosophy of Humanity and Culture af met een thesis over de rol van kunst en educatie in het werk van Hannah Arendt. Sinds 2022 werkt Annemarieke bij Avans Hogeschool als senior beleidsadviseur onderwijs en innovatie.

    Bekijk Berichten

Nieuwe blogs