Flemming, Sacha en Hilly hebben een bezoek gebracht aan de Michaela Community School in Londen. Deze school haalt de hoogste resultaten van heel Engeland, maar toch is niet iedereen enthousiast over dit schoolsysteem.
In deze podcast bespreken Flemming, Sacha en Hilly hun ervaringen bij hun bezoek, geven ze diepere duiding bij het schoolconcept en bespreken ze welke werkende elementen zij mee zouden willen nemen in het Nederlands onderwijs
Show notes:
Transcript
[Dit is een automatisch gegenereerd transcript, en bevat potentieel fouten]
Welkom bij de vijftigste Llearn podcast. Mijn naam is Flemming van de Graaf en samen met Valentina Devid en René Kneyber maak ik deze podcast waarin we praktische tips en tools delen over het onderwijs en vandaag zonder Valentina en zonder René,
maar ik heb wel twee onwijsleuke andere gasten, twee van mijn collega’s heb ik, namelijk Hilly Drok en Sacha van Looveren. We nemen vandaag een podcast op omdat we eigenlijk, het is er twee,
drie maanden geleden inmiddels, zijn we naar een school in Engeland geweest en dat vonden we eigenlijk zo boeiend dat Ik dacht dat ik een podcast zou maken, namelijk de Michaela School. En misschien zou je er wel gehoord van hebben,
maar het is best wel een bijzondere school, zowel in Engeland en zeker voor ons als Nederlands heel bijzonder. Dus als jij ons mee zou willen nemen, wat maakt die school zo bijzonder?
Nou, heb je even Flemming? Hoe lang was deze podcast woorden? 3 ,5 uur, nee, grapje. Ja, precies, alle gekken uit op een stokje. Deze school bestaat toch niet superlang,
volgens mij tussen de 10 en 14 jaar of zo, maar wat hun opvallend maakt is dat ze een totaal ander concept hebben dan andere scholen.
En de hoogste resultaten hebben van heel Engeland en die komen ook elk jaar weer langs op Twitter. Dat is moeilijk te vergelijken met het Nederlandse onderwijssysteem,
maar je kan wel zeggen dat zij de hoogste resultaten hebben. En dat bedoel je GCI -resultaten toch? Ja. En dan hebben ze E – en B -levels en zij hebben dus telkens leerlingen die superhoog presteren daarop terwijl zij een hele hoge aantal leerlingen hebben die Free School meals krijgen.
En dat is een bepaalde ratio die in Engeland geldt voor de mensen die onder een bepaalde armoedegred zitten. En dan krijg je een gratis school meal.
En ze hebben heel veel van dat soort leerlingen en toch weten zij dus te presteren om zulke hoge resultaten te bereiken. En dan zit ik nu even te denken, hoe gaan we dus uitleggen hoe dat hele systeem in elkaar zit,
want dat is nogal wat om over te vertellen. Ik denk dat het goed is om te beginnen met te vertellen dat het een totaal concept is. Dus het is een school die gestart is met een blancovel eigenlijk en zij hebben gewoon in één keer iets neergezet wat totaal doordacht is.
Voordat we in dat volledige concept duiken, eerst waarom hebben we het hier eigenlijk over? Het is best wel een school waar heel veel over gesproken wordt, zowel op Twitter als in de media.
Dus Hilly, wat heb jij daar eigenlijk van meegekregen en wat zijn de dingen die mensen zeggen over deze school? Ja, het is inderdaad, Als je het over deze school hebt, Michaela,
dan je bent er of heel erg voor, of heel erg tegen volgens mij. Dus ik ken mensen die staan te juichen bij alleen al het idee van hoe deze school is opgebouwd.
Want het is, nou ja, goed, zoals je zei het net al, maar het haalt heel hoge resultaten ondanks dat er veel grote kansarme populatie op populatie opzit.
En het is heel erg gestoeld als we dan hebben over cognitieve psychologie, zeg maar. Dus hoe werkt het brein, hoe werkt het ophalen van kennis?
Dat hebben ze helemaal geïntegreerd in hun hele schoolconcept. Maar als je daar rondloopt op die school, en dat is wat veel tegenstanders ook zeggen, lijkt wel zo of die kinderen gebrainwashed zijn,
want ze vertonen allemaal exact hetzelfde gedrag en ze moeten op dezelfde, precies hetzelfde moment hun vinger opsteken en wat ik bijvoorbeeld een heel bijzonder moment vond was,
we hebben ook in de lessen gekeken, zometeen gaan we daar nog meer over zeggen, maar ik vind het wel tekenend voor wat tegenstanders misschien zouden kunnen zeggen hierover als een leraar een vraag stelt.
Nou ja, dan zegt hij hoe hij wil dat die leerlingen antwoorden. Dus als ze hun finger op moeten steken, doen ze dat allemaal echt op de seconden nauwkeurig, tegelijk, ook direct. En soms moeten ze even met hun schoudermaatje,
zeg maar, praten, turn and talk. En dan gaan ze direct, nou ja, gaan ze naar een schoudermaatje toe en dat duurt drie seconden en tegelijk allemaal weer direct terug.
Nou, dat zijn praktijken die in het Nederlands onderwijs echt nooit tegen zou komen. Of tenminste, ik heb nog niet gezien en dat maakt het heel bijzonder en dat maakt ook dat mensen ook wel denken, ja, is er wel genoeg aandacht voor persoonlijke of persoonsontwikkeling.
En ja, zijn daar wel genoeg, wordt het niet een soort robotisering van die leerlingen en dat hoor je dat hoor je ook wel heel veel ja en dat is dus super interessant want wij zijn met ze drie op bezoek geweest en dat was ook omdat we alle drie in Londen waren maar alle drie ook super nieuwsgierig waren naar dit concept en we hadden alle drie een andere achtergrond want Mikaela heeft twee boeken geschreven en als ik
zeg Mikaela, dan bedoel ik de docenten van Mikaela. Ze hebben allemaal verschillende hoofdstukken geschreven over wat ze daar precies doen. Ik heb allebei de boeken gelezen. Flemming heeft het eerste boek gelezen en Hilly heeft de boeken niet gelezen.
En dat was eigenlijk super interessant omdat wij dus allemaal met verschillende voorkennis naar deze school gingen. En ik snap echt helemaal wat Heli zegt als je daar komt zonder dat je eigenlijk die boeken hebt gelezen dan heb je eigenlijk een soort van shock effect als je daardoor de school loopt en nou ik had die boeken wel gelezen en wat ik dus ontzettend opvallend vond is dat ze dus ook gewoon echt doen wat ze in
die boeken hebben geschreven en ik kon natuurlijk ook in mijn rol als trainer op veel scholen en ik lees ook best wel op veel schoolplannen. En wat ik op veel scholen zie,
is dat je een schoolplan hebt, maar als je op die school komt, is het niet per se zichtbaar wat in dat schoolplan staat, omdat in wat wij gewend zijn in Nederland is om een schoolplan ook te schrijven.
Je wil het doen dat het een levend document wordt, maar het is ook een beetje voor de inspectie. En je blijft dan een beetje in algemene termen in een schoolplan, ja,
als je je beschrijft wat je in je school gaat doen. En bij Michaela, als je die boeken leest, is het tot op detailniveau. En dat maakt ook het zo interessant om te zien dat ze ook daadwerkelijk dan doen wat ze ook hebben opgeschreven.
Dat vond ik echt een hele zeldzame bevinding, omdat ik natuurlijk zelf wel de boek had gelezen maar nog niet was geweest, was het voor mij echt een openbaring dat ze ook doen wat ze hebben opgeschreven.
Bijna bijzonder in onderwijsland dat had gebeurd. Ik vind dat alleen al heel mooi of je nou voor of tegen bent dat je dingen dus opschrijft en het ook doet. En laten we dan is dieper dat concept induiken.
Wat doen ze bij Michela? Want ik kan me voorstellen dat best wel veel mensen eigenlijk die school niet zo goed kennen of misschien ook wel de boeken hebben gelezen en denken ja oké wat doen ze nou precies?
Ja het is wel een heel uitgesproken concept dus het is niet, nou ja, de school next door zeg maar, maar je kiest ook echt voor je kind naar deze school sturen.
Ja, dat maakt het zo interessant. Dus of je daar nou als leerling bent of als docent, je weet precies wat je te wachten staat. En dat, ik denk dat als we het tegen de Nederlandse context aan zouden houden,
dat Nederlandse docenten graag veel autonomie willen. En dat kan eigenlijk ook binnen een school waar je een beetje algemene richtlijnen hebt,
hoe je ongeveer het onderwijs aanpakt, dan kan je ook heel veel autonomie stoppen in jouw lessen. En bij Michela is het gewoon precies wat daar staat, is wat je gaat doen en dat doen ze met z ‘n allen.
En ik was heel nieuwsgierig of dat dan wel leuk is voor die docenten. Dus ik was ook die docenten met welke energie ze daar waren.
En dat vond ik dus heel positief om te zien dat zij daar heel ontspannen staan met heel veel energie staan ze voor de klas. En ook tijdens de lunchpauze,
want je hebt in Engeland dat je gezamenlijk warm eet tussen de middag. Dat is niet speciaal in deze school, dat is überhaupt in Engeland. En die docenten waren echt een leuk ook onderling met elkaar,
een beetje grapjes maken, een hele leuke setting, het straalde er echt vanaf dat ze daar met heel veel plezier en overtuiging stonden voor die leerlingen. Ja,
maar dat nog niet per se karakteriseerde misschien voor de school, want mijn vooral heel erg opviel was, ja, dus die docenten hebben eigenlijk een lesplan,
die is al uitgeschreven en zij gaan daar, nou en zij werken daar wel mee, dus zij maken dat niet zelf. Dat zou, wat jij net al zei, het is de autonomie van,
je kan zeggen dat tas je autonomie aan. Nou, we hebben al met elkaar afgesproken, daar gaan we het nu niet altijd diep over hebben, want daar zouden we ook nog uren over kunnen praten. En dat lesplan,
dat houden zij heel strikt aan, dus dat is door iemand anders voor jou gemaakt. En jij doet dat. En het gaat heel erg over de hele tijd de kennis weer terughalen en leerlingen worden heel erg betrokken bij de lessen.
Maar je moet er ook wel bepaald gedrag de hele tijd vertonen. En ik denk dat als we het hebben over de controversie waar je het wel in het land heeft net even over hadden, dan zit het ook bijvoorbeeld in de merits en de deam merits die daar gegeven worden.
Dus dat zijn eigenlijk een soort belonings – en strafpunten. Dus als een leerling goed gedrag vertoont, dan krijgt hij een merit, een beloningspunt. Zo vertel ik het even.
En als hij iets gedrag vertoont waar niet op gewacht wordt, dan krijgt hij een demerit. En dat kan op van allerlei dingen zijn, toch? Wat zijn dan bijvoorbeeld onderdelen die we gezien hebben waar leerlingen een merit of een demerit voor krijgen.
Ja, volgens mij als ze hun antwoord heel volledig hadden uitgelegd, volgens mij als ze heel goed meededen,
die heb ik volgens mij gezien. En wat mij vooral daar aan opviel, dat vond ik echt heel opvallend, is dat er werden veel meer merits uitgeheurd dan die merits.
Ik heb denk ik, oké, misschien eens maar geheugen niet heel gemaakt, ik heb volgens mij één die merit gezien en heel veel merits. Dus dat vond ik aan dat die meritsysteem heel bevallend,
maar ik zou graag nog één laagje dieper willen eerst, want wat zijn eigenlijk de kernwaarden van Michaela en ik denk dat Sasha die het beste kan verwoorden vanuit welke kernwaarden werken zij,
Want dan snappen we denk ik nog beter waarom zij doen wat ze doen. Ja ik kan ze niet uit mijn hoofd opdreunen, maar je kan ze wel eigenlijk filteren uit wat je ziet.
Ze hebben zo ‘n slogan die zegt ‘Knowledge is power’. Dus kennis is absoluut een must om überhaupt in de maatschappij eigenlijk verder te komen.
Wat zij natuurlijk willen is dat deze kinderen uit kansarme settings de mogelijkheid krijgen om door te gaan met studeren. Dus dan heb je een hele stevige kennisbasis nodig. Maar ook het familiegevoel,
het samen, en weet ik even niet welke waarde ze, hoe ze dat precies formuleren, maar je ziet… Sense of belonging, toch heeft ze mee te maken. Ja, ja, sense of belonging is een hele mooie.
Je ziet in alles hoe ze het zeg maar naar de leerlingen spreken in taal en hoe alles georganiseerd is dat het gaat om het teamgevoel. Dus als de docent tegen de klas praten,
zegt hij ok team we’re going to answer the next question etc. Dus heel erg in hun taalgebruik zetten ze dat in en je zag dat ook tijdens de lunchpauze waar de leerlingen in groepjes aan tafel zitten,
dan heb je één leerling die dan verantwoordelijk is voor die tafel en die moet daar als het waren die kleiner kudden bij elkaar houden en de boelen een beetje aansturen.
Dat gaat dus heel erg over de hele tijd met elkaar samen bezig zijn, naar elkaar luisteren, met elkaar het gesprek voeren, vanuit het familiegevoel.
En tijdens de pauze, de pauze, na het eten gingen ze naar buiten, heb ik even met een paar leerlingen gesproken van wat is nou, als je één ding aan de Nederlandse docenten zou kunnen vertellen waarom je hier zo blij bent.
En dat was het meest gegeven antwoord eigenlijk omdat ik het gevoel heb dat ik bij deze familie hoor. Dus het erbij horen, wat een enorme basis behoefte is van de mens,
maar nog sterker van tieners, dat hebben zij in alles laten doorwerken. Dus dat zijn denk ik sowieso twee belangrijke waarden en dan is er nog één die ze super nadrukkelijk uitvoeren en dat is dankbaarheid.
En als je kijkt naar huidige, ja zeg maar mindfulnessboeken, dan zie je vaak dat er staat, schrijf elke dag drie dingen op waar je dankbaar voor bent.
En dat hebben zij eigenlijk omarmd en zij voeren dat uit door tijdens de lunchpauze aan de leerlingen te vragen. Waar ben je vandaag dankbaar voor? Dan gaan ze ook echt oefenen met het formuleren daarvan.
En zij schrijven, en ik weet niet of dat een keer per week is of een keer per maand, maar met een bepaalde regelmaat schrijven ze dankbaarheidskaartjes. Dat kan zijn naar een familielid thuis, maar dat kan zijn naar een medeleerling,
dat kan zijn naar een docent. En dan gaan ze dus opschrijven waar ze dankbaar voor zijn. En dat is iets wat… Nou ja, kom ik eigenlijk weer een beetje terug op dat stuk.
Je kan iets in een schoolplan schrijven dat je bepaalde waarde hebt in je school, maar zonder dat je uit denkt hoe dat dan tot uiting komt in gedrag, is het heel moeilijk om dat ook te bestendigen in je school.
En zij hebben dus die waarde niet alleen opgeschreven, maar ze hebben ook nagedacht. Hoe gaan wij dan in gedrag, in concrete vorm, dit tot uiting laten komen?
Ja en daar zijn ze volgens mij heel gestructureerd in het zowel het aanleren als het uitvoeren als collectief. Want dat viel mij heel erg op, is dat al die docenten zijn best wel uniform in hun aanpak.
Ze staan allemaal achter de aanpak van de school en voeren die eigenlijk ook allemaal met elkaar uit en dus zowel de leerlingen als de docenten zijn voor mijn gevoel en dat op zicht echt een team met elkaar.
Ja dat is echt een duidelijk wat je ook kan observeren als je daar bent En ik denk ook nogmaals dat het goed is om te zeggen dat als jij dus daar gaat werken,
dan weet je gewoon precies waar je aan begint. En dat is op andere scholen minder zo, je gaat gewoon je vak uit oefenen. Maar hier is van tevoren eigenlijk als een soort van handleiding ligt klaar wat er van je verwacht wordt.
En dat is wat Hilly net zei, dat kan je verschrikkelijk vinden of dat kan je juist heel fijn vinden. Wat heel bijzonder is,
als je door deze school loopt, dan zie je dat eigenlijk al die leerlingen vertonen precies het gedrag, dat van ze gevraagd wordt op die school,
dat die docenten graag zien. Dus ze zijn stil in de gangen, ze zijn stil in de lessen, ze pakken direct hun spullen erbij. dat zijn super betrokken bij de lessen. Enzovoort,
enzovoort, enzovoort. Dat is natuurlijk, als je in een Nederlandse school kijkt, ja, ik denk dat het meeste docent als ze hier kijken, hoe krijgen ze dit in godsnaam voor elkaar?
Want ja, dat willen we eigenlijk natuurlijk allemaal wel, dat die leerlingen precies doen wat je van ze vraagt. Bent jij, Flemming, hoe hebben ze dat nou voor elkaar gekregen? Ja,
dat is een hele boeiende vraag, want die vraag had ik in het begin zelf namelijk ook. Toen dacht ik ja, hoe doen ze dat nou? Volgens mij zit er een hele belangrijke in hun intro -weken.
En ik kreeg meteen een beetje flashback naar mijn eigen studenten tijd. Dat dacht ik ja, daar had je ook zo ‘n intro -week. En in die intro -week leren ze eigenlijk alle routines aan die leerlingen aan.
Dus wat zij van die leerlingen verwachten. Maar ze leeren het niet alleen aan. Wat ze eigenlijk ook doen, is bij alles gaan ze expliciet uitleggen waarom ze dat doen,
zodat die leerling ook daadwerkelijk snapt waarom ze bepaalde dingen moeten doen of waarom bepaalde dingen belangrijk zijn, zodat het niet is, je moet doen wat ik vind, want ik ben de baas.
Maar juist dat ze ook zelfs snappen, hey dit heeft voor mij dit in voor de of voor de klas in dit voordeel zodat we met elkaar tot leren kunnen komen als dat efficiënter gaat als dat sneller gaat zodat ze eigenlijk in die intro weken eigenlijk helemaal aangeleerd worden hoe het gedrag wenselijk is en ze oefenen dat ook ze gaan dan ze gaan het doen dan krijg ze feedback dan gaan ze het nog een keer doen om maar
eigenlijk zo voor te zorgen dat de leerlingen helemaal ja de de de mykela ja hoe noem de normen en waarden, maar niet alleen normen en waarden, maar ook de gedragingen die daarbij horen dat ze die eigenlijk helemaal doorleven.
Ja, het is mooi dat je zegt normen en waarden, want wij houdt net inderdaad wel even over die waarden, maar normen is natuurlijk ook een heel interessant item. Als ik mijn oordehouden cursus geef,
dan zeg ik ook wel eens, je kan een regel opstellen, bijvoorbeeld ik wil dat je elke les je E2 meeneemt gefuld met een aantal materialen.
Dat kan je dan benoemen. Dat is dan een regel, maar dat is nog niet de norm. Want als jij dus in de les niet controleert of ze allemaal hun E2 bij zich hebben en ze hebben dus geen E2 bij zich,
dan is de norm dus, oh, het hoeft eigenlijk niet. Ik hoef eigenlijk niet mijn gefulde E2 mee te nemen. En wat zij dus doen in de introductieweek is van die regels ook daadwerkelijk de norm te maken.
Oké, interessant, opstartweken, maar ik zit even te denken. Dus als ik zo meteen in eind augustus of september weer begin met mijn eigen school,
die ik overigens niet heb, maar in het hypothetische geval dat ik een schoolleider zou zijn, Dan organiseer ik een introductieweek waarin alle leerlingen te horen krijgen wat de regels op school zijn,
hoe die eruitzien en hoe ze zich moeten gedragen. En lukt dat dan? Dus gaat dat dan gebeuren, want dat is dan misschien niet wat we over kunnen nemen van uit deze school in onze eigen scholen.
Dat was het maar zo makkelijk. Ja, dat zou mooi zijn, hè? Een soort van quick -fix zou het dan zijn. Ja, dat klinkt wel echt heel aanmokkelijk, precies,
ja, verleidelijk. Ja, je had het net natuurlijk al over die merits en de merits, dus ze hebben een systeem opgezet omdat het hele jaar eigenlijk de bestendigen. Dus het gedrag wat je wilt dat ze vertonen,
daar krijg je heel veel merits voor, heel veel positieve punten en als er gedrag vertonen wat je niet wil zien dan krijgen ze de merits en aan die de merits zijn dan weer consequenties verbonden zoals nablijven.
En wat je ook ziet is bij het nablijven dat de docenten daar ook gesprekjes voeren met de leerlingen. Dus het is niet een soort afstandelijk systeem met oké de merits je hebt zoveel de merits dus nu moet je nablijven dus daar moet je zitten,
maar de docenten komen daar dan ook praten met de leerling van oké, wat is er mis gegaan, hoe kwam dat, wat kan je er aan doen, hoe ga je dat de volgende keer anders aanpakken. Dus er zit ook een soort begeleiding op,
hoe kan je dan je gedrag weer verbeteren. Waarin verschilt dat dan met de scholen, zeg maar in Nederland, want daar hebben we natuurlijk ook wel dat soort systemen,
met je krijgt straf als je door de klas grillt, weet ik veel, of gedrag vertoont dat dat niet wenselijk is, dan wordt je er bij ons ook uitgestuurd,
wordt er ook een gesprek. Waarin verschilt dit systeem dan met het systeem dat wij op de meeste scholen in Nederland ook al hebben? Ja, dat zit echt heel erg op het detailniveau.
Dus je ziet ook echt dat de docenten op dezelfde manier handelen. En Ik zeg wel detailniveau, het is niet micro -detail, maar er zijn wel echt dezelfde richtlijnen waar al die collega’s zich aan houden.
En dat is het groter verschil tussen tien regels opstellen op je school en allemaal daar een andere invulling aan geven. Dus bijvoorbeeld een regel is,
Als je binnenkomt, dan hang je jas over je stoelueuning en het kan zijn dat er dan een docent is die zegt, ja, het is wel heel koud in het lokaal,
dus je hoeft je jas niet uit te doen, want dan geef je eigenlijk een soort eigen invulling aan die regel en daar hebben ze eigenlijk deze afspraken met elkaar zo expliciet in gedrag uitgewerkt,
wat is ook in die startweek wordt aangeleerd, dat de docenten ook afzondelijk van elkaar weten wat ze willen zien en daar ook merits en demers aan geven.
En dat is denk een heel groot verschil en we hebben het nu over school in Nederland, maar natuurlijk ook met een heleboel andere school in Engeland, want zij zijn binnen Engeland ook een hele bijzondere en unieke Ja,
en dat is in Nederland natuurlijk, je had het net al even over de autonomie van de docent. Op deze school is die autonomie wel een stuk minder.
Ik denk dat die er ook is, maar dat de kaders gewoon veel duidelijker en strakker zijn. En dan op de meeste andere scholen,
waarin ook heus kaders zijn, maar die zijn veel misschien wat minder duidelijk of oprechtbaar, ja, waardoor inderdaad, nou ja, iedereen een beetje zijn eigen invulling kan geven aan bepaalde regels.
Dus dat zag ik ook wel, dat is wel een groot verschil in deze school, in opzichte van andere scholen, ook inderdaad in Engeland, want daar hebben we ook nog een andere school bezocht, wat gewoon heel erg leek op de scholen die ik in Nederland ken.
Ja ik zou nog wel op willen aanvullen dat wat ik heel boeiend vond was dat die routine is eigenlijk niet alleen aanwerder geleerd aan de leerlingen, maar eigenlijk ook aan de nieuwe docenten, want de nieuwe docenten die werden eigenlijk in die eerste week ook meegenomen en getraind in hoe werken wij nu op school.
Dat vond ik echt fascinerend. Dan dacht ik, oh ja wacht even. De nieuwe docenten lopen mee met de introductieweek introductieweek bij de zittende docenten. En ik vind het leuk dat je dit zegt,
Vlemming, want niet alleen hun leerlingen, hun docenten, hun nieuwe docenten, maar ook wij als bezoekers, hè? Ja. Misschien kun jij er even over uitwijden,
want daar waren we natuurlijk zelf ook wel even van onder de indruk. Gaat het nu over jouw schoenen? Ik zou jullie meenemen naar onze onder ons bezoek.
Wij kregen van tevoren een mail met best wel duidelijke instructies over wat er van ons wel en niet verwacht werd. En een van de dingen die daarin stond was dat zwarte schoenen gewenst waren.
Maar dit laazen wij natuurlijk toen wij al in Londen waren. Dus wat gingen wij vervolgens doen? Schoenen kopen voor Sasha, want die had waar te schoenen bij zich. Maar het was dus wel… – Het was vooral dat er geen sneakers aan mocht,
volgens mij. Dus ze had witte sneakers aan. En ja, en dat mocht niet. – Die mocht niet. En het is heel grappig hoe wij eigenlijk onze ver… Doordat die verwachtingen best wel hoog waren,
eigenlijk ons al best wel daar en gingen aanpassen, nog voordat we één seconde binnen die school zijn gestapt. Ik vond dat heel bijzonder werken ook bij onszelf, dat we eigenlijk dachten,
oh, oh, we moeten hier toch wel goed gedrag vertonen of zo. Ja, dat zou ook blij waren dat we binnenkwamen. Weet je alsof je naar een nachtclub gaat. En nog net geen 18 bent.
Ja, echt. Dit is gewoon het voorbeeld van hoe je in hun normen, zeg maar, meegaat. meegaat, dus zij laten het niet aan het toevall over.
Ik ben eigenlijk ontzettend nieuwsgierig, eigenlijk niet nieuwsgierig, maar gewoon om, vind het leuk om met jullie even van gedachten te wisselen over hoe dat leren dan is opgebouwd daar.
Want we hebben natuurlijk heel erg nu ingezoemd op waarde en op normen en op eigenlijk wat voor gedrag die leerlingen allemaal vertonen daar, maar alleen het gedrag maakt nog niet dat je heel hoge resultaten haalt op hun eindexamen,
dat heet daar natuurlijk anders. Hoe hebben ze dat leren opgebouwd als we kijken naar onze cognitieve psychologie? Laten we daar eens even op induiken. En voordat we daar mee,
want daar zit een heel idee achter, Maar ze hebben natuurlijk al die normen en waarden en die merits en die demerits opgetuigd om de voorwaarden om tot leren te komen echt heel goed af te bakenen.
Dus daarna zie je gewoon, ze weten, het is heel belangrijk dat alle leerlingen betrokken zijn. Het is heel belangrijk dat leerlingen respect hebben voor elkaar, voor de docent,
enzovoort, enzovoort, want dan kan ook dat leren tot stand komen. Overigens heb ik ook nog wel wat bedenkingen bij dat marriage – en demarriage -systeem,
dus ik ben daar echt niet alleen maar positief over, maar dit vind ik wel heel sterk om… Nou ja, gewoon heel goed te weten, hoppaken we dit af,
hoe zorgen we ervoor dat leerlingen echt goed tot leren komen, want dat is wat hier moet gebeuren, ze moeten tot leren komen, ze moeten echt dat diepgewortelde langdurige begrip,
dat willen we bestendigen. En daar zijn zij wel echt heel goed mee bezig en daar is iedereen van door drongen dat dat de taak is van die school. Ja,
dus dat is denk ik wel heel mooi. Ja, dat is mooi dat je dat zegt, want zij hebben dus echt die focus op Wij willen deze kinderen een kans geven in de maatschappij en om ergens te komen moeten ze überhaupt een score halen aan het einde waarmee ze toegelaten worden tot een vervolgopleiding.
En dat is natuurlijk heel duidelijk waar ze naartoe werken. Sasja noemde net al de cognitieve psychologie,
want als we gaan kijken hoe leren werkt en wat daar allemaal voor nodig is, daar heeft deze school denk ik heel sterk over nagedacht en geprobeerd om de school daar over in te richt en een van de dingen waar het mee begint is aandacht.
Sasha, zou je daar wat meer over nog kunnen toelichten hoe zij dat aanpakken? Ja, het interessante is en we vergeten dat soms bijna omdat we natuurlijk heel snel over leerstratie gaan praten,
is dat informatie eerst überhaupt binnen moet komen bij een leerling. Oftewel een leerling moet daar aandachtig in de les zitten.
En Hilly, die zei net ook al iets daarover, dat je ziet dat alle leerlingen daar eigenlijk actief mee doen. Het is ook geen optie om niet mee te doen. Zodat als een docent wat vraagt,
alle leerlingen gaan hun hand in de lucht steken, alle leerlingen doen mee met de turn and talk, dus even met je schoudermaatje kort overleggen. En wij konden dan ook een beetje meeluisteren en je zag ook dat alle leerlingen ook echt over de stof aan het praten zijn.
En omdat het zeg maar zo strak georganiseerd is, is er geen ruimte om even uit te wijden over wat heb je dit weekend gedaan of heb je deze roddel overgehoord.
Dus ze hebben ook het aandachtstukje niet aan het toeval overgelaten, maar gezorgd dat die elke minuut van de les eigenlijk telt om je aandacht bij de les te hebben en de les stoffende inhoud.
En dat is denk ik waar leren mee begint. En daarna zit er natuurlijk nog een heel stuk over leerstraatgie van hoe zorg je nou dat je kennis dan in je brijn bestendigd blijft.
En Hilly, je hebt daar natuurlijk ook veel over gelezen en je doet daar ook veel mee over zelfregelerend leren. Wat heb jij daarvan gezien in deze lessen?
Ja, en dan hebben we natuurlijk, wat je nu bedoelt, denk ik vooral de kognitieve leerstrategieën. Dus waar we bijvoorbeeld ook in die versterk effectieve leergedrag masterclass die wij organiseren,
Sacha en ik, samen met Blanka en Aryan natuurlijk, ook over hebben. Dat zijn kognitieve leerstrategieën als, leerstrategieën als Retrieval Practice,
Spaced Practice, Interleaf Practice. Daar hebben we het vooral over, dus dan gaat het over de actief terughalen van kennis uit je langer termijngeheugen,
maar dat hebben we heel veel gezien. En je ziet ook echt dat dat helemaal in het hele onderwijs ontwerp verweven is. Dus we noemden dat net eigenlijk al even, dat die docenten die hoeven niet de hele tijd na te denken over wat is nu de beste vraag om nu te gaan stellen aan m ‘n leerlingen,
want daar is allemaal al over nagedacht. Dus heel goed, dat zie je wel hoor, heel goed nagedacht over oké, op welke manier komen leerlingen nou tot langer termijnkennis of langer termijnbegrip,
welke vragen moeten dan gesteld worden, wat moeten leerlingen actief ophalen uit hun geheugen, telkens weer herhaalde -lijk om ervoor te zorgen dat dat ook vaste schema’s worden in de lange termijngeheugd is van die leerlingen.
Dus dat hebben we heel erg gezien, die retrieval practice zoals het dan in de Engelse literatuur heet. En ook het spaced practice heb ik wel gezien, hoewel we korte fragmenten waren in lesen,
dus we hebben ook echt niet alles gezien, maar nou ja, weer af en toe terugkomen op iets wat eerder al aan de orde is geweest, hebben we het ook over gehad met een docent dat ze dat op die manier aanpakken.
En door het weer even te laten bezinkel of misschien zelfs heel bijna te vergeten en het dan weer opnieuw op te halen, dat hebben we ook wel veel gezien. Dus daar zijn ze heel druk mee bezig en dat is wel echt heel goed.
Het interlieven, dus afwisselen van verschillende taken, dat heb ik zelf op dit moment niet zo gezien. Dat is ook misschien niet zo mogelijk in deze korte lesbezoeken die we gedaan hebben.
Wat ik wel nog een beetje miste als ik heel eerlijk ben, is het self -explanation of echter overpraten met elkaar. Daar heb ik in deze lesbezoeken niet zo heel erg gezien,
dus af en toe wel dat Turn & Talk, wat we nu een aantal keer hebben genoemd, ze aan hun schoudermaatje iets uit moesten leggen, maar ik herinner me nog een les waarin we zagen dat leerlingen werkelijk drie seconden met elkaar mochten praten over de stof.
Ik denk echt oprecht drie seconden. En wat je zag is dat ze dan heel hard tegen elkaar gingen schreeuwen, wat zij als antwoord dachten, niet naar elkaar luisteren en daarna moesten ze weer voor zich kijken, dat deden ze ook gelijk weer en daarvan vroeg ik me wel af,
ja, is dit nou echt het aan jezelf uitleggen of aan elkaar uitleggen en naar elkaar luisteren? Of is dit de soort mechanische manier van, dit hoort er ook bij.
Maar goed, ik baseer me hierbij natuurlijk op één observatie, dus hoe dat verder op de hele school de uitziet weet ik natuurlijk ook niet helemaal, maar daar zou wat mij betreft nog wel iets meer aandacht voor mogen Maar ze hebben daar wel heel duidelijk wel heel veel aandacht voor,
Op welke manier boudkennis zich nou goed op en wat is er dan nodig in de klaslokale om dat te doen? En kunnen docenten ook echt de juiste vragen gestellen, een behoorlijk hoogtempo trouwens,
dat was ik wel behoorlijk door van onhidindruk eigenlijk. Jeetje, wat een tempo zat er in die vragen, dat het in de les behoudt. Het was inderdaad totaal geen ruimte om het over andere dingen dan de lesstof te hebben.
Met die turn and talk, daar hadden wij het na afloop ook nog over, want jij had best wel interessante ingevingen, Flemming daarover. Ja, mijn hoofd ging aan alle kanten aan omdat in mijn hoofd was Turn and Talk altijd,
oké, ze gaan even, ik wil 30 seconden met elkaar overleggen, wat in de praktijk vaak 45 seconden of een minuut wordt, want ja, je weet hoe leerlingen in ieder geval in mijn klas overleggen, dat gaat vaak traag. En ik zag,
ik heb hier eigenlijk een soort van twee verschillende Turn and Talks gezien, Namelijk één was een turn -and -talk waarbij ze eigenlijk vooral bezig waren met het zelf oefenen van het formuleren van het antwoord,
waarbij de interactie een soort van, daar eigenlijk niet was, je had net net zo goed een soort van scherm te kunnen zetten, daar hadden ze precies hetzelfde kunnen doen, of echt turn -and -talk waarbij ze echt even aan het overleggen waren.
En dat was voor mij wel in zicht dat ik dacht, die andere turn and talk zou ik zelf ook best wel handig vinden als ik denk oh dit is best wel een pittig antwoord wat ze moeten formuleren oké ga nu even met elkaar overleggen dat was iets waarvan ik meteen dacht oh hier kan ik zelf zelf eigenlijk ook iets ook iets mee ik vond dat eigenlijk een hele boeiende manier hoe zij de turn and talk aanpakten dat was ja een
inzicht voor mij vind ik ook heel mooi want dat is natuurlijk ik dat want dat turnetok heeft natuurlijk wel verschillende werkzame bestanddelen, zou ik maar zeggen, maar één daarvan is ook absoluut even voor jezelf oefenen en misschien ook elkaar daarin dan wel even feedback geven of zo of iets aanvullen aan elkaar.
Dat maakt het misschien nog sterker, maar het hoeft misschien niet eens. Om even zeker te zijn van oké, als ik het zo formuleer, formuleer ik het dan goed genoeg, wil ik nog iets aanpassen. En dan als je dan de beurt krijgt van de docent,
dan ben je misschien al zeker erin je antwoord geven. Waar we het nu heel vaak ook weet ik niet horen, omdat leerlingen soms gewoon eigenlijk bang zijn om het te zeggen, want stel je nou voor dat het fout is.
Dat is wel een heel mooie inzicht dat we inderdaad in de dagelijkse klaslokale wel veel kunnen gaan Ja, mooi dat je dat zegt ook dat bang zijn om het verkeerde antwoord te geven,
want er zit zo ‘n hoog tempo in die klas en er wordt zoveel eigenlijk van die kinderen gevraagd dat ik van tevoren ook bedacht van ik ben ook heel nieuwsgierig of leerlingen daar niet bang van worden,
dat je de hele tijd aan en presteren en go, go, go. Maar er zat zo ‘n hoge energie in die les. Dat vond ik heel opmerkelijk.
En ze deden dan cold -callingen, dus dat een docent eigenlijk leerling namen Riep, die dan daarna het antwoord moest geven, nadat ze even een turn -and -talk hadden gedaan.
En alle leerlingen gaven eigenlijk altijd een antwoord, ook in meerdere zinnen. En ik had niet het idee dat ze dat spannend vonden. En we waren natuurlijk wel een beetje aan het einde van jaren.
Dus het kan best zijn dat ze het misschien aan het begin van een jaar wel spannend vinden. Dus dat is moeilijk om te interpreteren. Maar iedereen ging gewoon meteen aan op dat antwoord geven. Dat merk je nu.
Dat het heel belangrijk is, mensen zeggen wel eens, als je zegt van dit zijn belangrijke leerstrategieën, cognitieve verleerstrategieën, naar waar ik het net even over had.
Dan hoor je vaak van ja, maar als ik dat vraag, dan ja, er gebeurt echt niet. Verleering geeft geen antwoord. Nou, er zijn allerlei trucjes voor bijvoorbeeld turn and talk, om dat wel beter te doen. Maar je ziet dus ook dat het helpt om dat gewoon vaker te doen.
Want ik herken jouw observatie wel, Sacha, dat ik dat niet de indruk op leerlingen het spannend vonden. Dus ze gaven allemaal wel gewoon echte antwoorden en het waren ook wel vaak goede antwoorden.
Dus ik dacht ook wel de vragen die gesteld worden zijn ook wel vragen waarvan dan volgens mij de docent wel van uitgaat. Dat weten ze nu wel, dat moeten ze nu ook wel weten.
Daarvan dacht ik wel dat ze dan ook misschien niet zo zeer formatief handelen in die zin van ‘haal ik echt de informatie op waar ik naar op zoek ben om te weten of ik verder kan met de volgende stap en nog die volgende stap zetten weet ik ook niet zeker.
Dus voor m ‘n die verhandel heb ik iets minder gezien. Maar je ziet wel als je dus een cultuur creëert waarin de hele tijd dat ze vragen gesteld worden en de hele tijd antwoord gegeven wordt dat dat dan toch wel werkt.
Dus dat is denk ik ook een element dat je als docent in een andere school wel wel over kan nemen. Gewoon heel veel vragen stellen. Op een gegeven moment wordt het ook gewoon normaal. normaal. Ja,
mooi. Ik had daar ook nog wat ik een hele boeiende vond. Ja, het kwam eigenlijk door de lunch. Toen moesten ze elkaar bedanken. En toen, dat hadden ze allemaal één keer geoefend.
En toen kregen ze een soort van algemene feedback van oké, probeer dit beter, probeer dat beter doen en zus beter doen. En toen ging ze dat nog een keer doen. Toen dacht ik ja, dit doe ik eigenlijk nooit bij me turn and talk. Maar dat zou ik best wel een keer,
of eigenlijk best wel een keer, best wel vaak willen doen. Omdat ik merk dat mijn eigen leerlingen best wel gemakzuchtig zijn. Zo van als er drie woorden uit zijn gekomen, dan is het wel goed.
Terwijl, ja, we willen juist dat ze beter worden, dat ze gaan groeien. Dat was voor mij echt de inzicht dat ik dacht, oh, ik ga die twee dingen zo combineren in mijn eigen lespartijk.
Zijn ook mooie Teach Like a Champion technieken, hè? Dus zeg het nog eens maar dan beter, dat het doorloopje van trouwens. Om inderdaad te zorgen dat leerlingen niet wegkomen met halfbakken of middelmatig geantwoorden,
maar dat je de standaard hooghoudt, is hoge verwachtingen. Dat zie je wel echt. En daar worden natuurlijk ook wel die merits voor uitgedeeld. En had ik wel gemengde gevoelens over,
maar ik weet niet of ik het daar al nu over mag hebben met jullie. Ja, je zei al zoiets net. Nou, even om te beginnen buiten de voor – of nadelen.
Ik denk dat het heel goed is voor de luisteraar om ook even te horen hoe dit in de praktijk ging, want ik dacht dus alleen maar hoe kun je in dit systeem leven, zeg maar gewoon fysiek, want als docent zijn er moet je en de beurt geven en op je tijd letten en je stof en de de marriage bijhouden.
En toen kwam ik erachter dat dat werd gedaan door een leerling. En toen snapte ik in ieder geval waarom dit systeem überhaupt kon functioneren. Want ik dacht alleen maar, ik kan best wel op wat bordes schaken,
maar niet op zoveel. Dus wat bij die docent of in ieder geval een aantal docenten voor koos was om dan die marriage door een leerling en de marriage en de de marriage door een leerling bij te houden.
Even dat jullie in ieder geval snappen hoe dit überhaupt georganiseerd kan worden. Ja, want ze werden aan de lopende band gegeven, he, voor heel veel dingen kregen leerlingen marriage. Die marriage inderdaad niet zoveel.
Eén keer was een jongen die praten te zachtjes en toen kreeg hij een die marriage. Dat brak mijn hart een beetje, maar ik ben ook heel weak, hoor, dus. Maar ook heel veel marriage,
echt heel veel. En daarvoor voel ik me wel een beetje af. Ik zag vooral heel veel merit gegeven worden, bijvoorbeeld voor het juiste antwoord. Wat goed is, maar betekent dat dan ook dat een fout antwoord,
dat dat dan niet goed is. Daar heb ik daar nou ook gevraagd aan het docent van, mogen ze eigenlijk alleen maar goede antwoorden geven. En zijn ze dan nog wel aan het leren? Want leer je niet ook juist van iets even,
als je het nog even niet weet. En als je alles al weet, Ja, wat ben je dan nog aan het leren? En toen zei hij, ik geef vooral marriage voor dat ze het goed formuleren of dat ze nagedacht hebben.
Ik zag dat niet zo, maar goed, hij zei dat hij dat wel op die manier deed, dus dat zal dan ook wel zo zijn. En daarvan vind ik natuurlijk wel het gevaar dat je alleen maar marriage gaat geven voor gedrag dat je graag wil zien en dat leerlingen dan dus ook niet zoveel vrijheid hebben of zo om eens een keer een fout te maken of om het eens een keer niet te weten of dat je daarmee dus wel een soort robots creëert
wat dus ook vaak gezegd wordt die alleen maar zich zo mogen gedragen zoals jij bedacht hebt dat ze zich mogen gedragen en dat er heel weinig eigenheid nog zit in die leerlingen, maar dat ze alleen maar doen wat jij wil dat ze doen.
En dat vond ik wel soms een beetje moeilijk om te zien, maar tegelijkertijd zie ik ook wel dat het wel op deze school wel heel veel doet. En ik was ook soms bang trouwens, maar goed ik ga nu een beetje teveel in op die merits misschien,
maar dat je dan leerlingen creëert die bepaald gedrag vertonen omdat ze weten dat ze daar dan een merit voor kregen. Dus op een gegeven moment ging ik in gesprek met een groepje leerlingen en zei,
ze hadden niet spers eens heel heel erg op mij te wachten, wat nou eenmaal soms zo is, hè, met leerlingen. En dus toen ben ik daar ook weer weg gelopen, want ik dacht nou prima. En daarna kwam één van die jongens nog naar mij toe en die keek een paar keer naar zijn docent,
van zie je wel dat ik nu naar deze m ‘n vrouw toe loop. En die ging een gesprekje met mij voeren. En toen dacht ik, voor je nu alleen maar dit gesprekje om maar zo ‘n merit te kunnen krijgen. Dus creëer je niet bepaalde,
ja, hoe zou ik dat nou zeggen, ja, dat die leerlingen gedrag kunnen. – Wenselijk gedrag. – Ja, precies, sociaal wenselijk gedrag. En hoe oprecht is dat?
En hoe erg is dat dan vervolgens ook? Maar dat vond ik nog wel interessant. Ja, dat is Het geen waar heel veel mensen die heel negatief zich over Michela uiten,
dit zit hem hierin, dat ze het idee hebben, er worden gewoon soort robots gecreëerd en hoe echt is dit nu. En ja, ik vind daar niet iets van in die zin.
Ik vind het vooral interessant, wat doet dit dan op de lange termijn? En dat is een vraag waar we eigenlijk geen antwoord op kregen. Dat zou ik heel interessant vinden als mensen daar onderzoek naar zouden doen. De school bestaat natuurlijk nog niet super lang,
dus er is natuurlijk nog niet heel veel lange termijn. Wat ze wel kon zeggen, wat wilde, die vraagt ik wel aan Catherine Burbalzing, de headmistress van de school gesteld.
En toen zei ze, we volgen die leerlingen niet, in die zin wordt geen onderzoek naar gedaan. Maar het eerste jaar op de university hebben ze het heel makkelijk, want dan hebben ze eigenlijk al die skills om goed te leren,
hebben ze in de pocket en ze hebben heel veel kennis. Maar we weten dus eigenlijk niet hoe het verder gaat met die leerlingen. Dus in die zin is het, wat dat betreft,
toch een beetje gissen wat dat uiteindelijk gaat opleveren. Ja, want op kognitief niveau zijn deze leerlingen natuurlijk wel echt, ze hebben gewoon ontzettend veel kennis en dat zie je ook dat ze heel veel kennis hebben,
maar worden ze ook klaargestoomd voor de maatschappij waarin ze ook kritisch moeten zijn of waarin hun eigen mening moeten hebben of zelfstandig moeten zijn of dat heb ik wat minder gezien dus.
Ja ik vond het echt heel jammer. Dat vind ik ook wel gevaar. Ja ik vond het echt heel jammer dat We hebben eigenlijk hun oudere leerlingen gemist, want het was aan het einde van het jaar dat wij er waren.
En daar waren we eigenlijk toen we daar, want we hebben dan best wel wat 12, 13, 14 -jarige leerlingen gezien. En ik was heel benieuwd hoe gaat het dan met die leerlingen die tegen het eindexamen daar aan zitten.
Er zitten dan veel verschillen in, gaan ze dan die normen afbouwen. Dat was ik heel benieuwd bij heb ik helaas niet kunnen zien, maar dat zou ik ook nog een boeiende vinden hoe ze dat eigenlijk doen en hoe ze daar een soort van gradatie in aanbrengen of doen ze dat wel of niet en waarom.
Ja, want idea liter wil je als om leerlingen zelfstandig te maken natuurlijk die ondersteuning afbouwen en ze worden wel enorm ondersteund, dus je ziet heel veel wat wij hebben gezien inderdaad in de jongerenjaren,
heel veel ondersteuning en deze leerlingen hebben dat ongetwijfeld heel erg nodig, dus is het hartstikke goed. Maar in hoeverre wordt die ondersteuning ook wel afgebouwd, dat hebben wij niet kunnen zien. En zijn leerlingen dan ook klaar voor maatschappij,
waarin ze toch wel ook zelf die leerstratie, je moet het toepassen bijvoorbeeld. Ja, wat ik natuurlijk wel kan vertellen vanuit de boeken, is dat het laatste jaar is een soort overgangsjaar.
Dus jaar. Dus daar in Engeland heb je uniformen die ze dragen op school. En het laatste jaar wordt daar ook een beetje van afgeweken.
Dat is dan zeg maar een praktisch voorbeeld. Maar dat laatste jaar zien zij wel echt als een overgangsjaar naar het zelfstandig gaan naar de vervolg opleiding. En ik heb ook een persoonlijke mening hierover,
dus ik weet echt niet of jullie die delen. Als ik nu wat langer bezig ben ook met die leerstrategieën en de kennis die wij natuurlijk hebben over de reiping van het brein,
denk ik eigenlijk dat op die middelbare school, dus in die die leeftijd van 12 tot 15, 16, 17, 18, dat het gewoon supergoed is om dat heel expliciet naar drukkelijk aan te leren en terhalen,
terhalen, terhalen en dan ben ik het echt wel eens dat je een soort overgangsjaar maakt naar die vervolgopleiding zodat je op die vervolgopleiding dat stukje zelfstandigheid verder kan doorontwikkelen.
Ik heb gewoon de idee dat dat gewoon heel erg nodig is op die jonge leeftijd nog. In ieder geval bij een flink gedeelte van de leerlingen. Ik denk echt het grote gedeelte van de leerlingen hebben dat wel nodig denk ik.
Ja misschien is het al goed om nog even te benadrukken dat deze leerlingen op Mikeela is natuurlijk een bijzondere doelgroep. Het zijn allemaal leerlingen die uit hele kansarme settings komen en ik denk dat die een nog grotere achterstand hebben en dat dit dan dus nog expliciter nodig is.
En buiten die achterstand hebben ze volgens mij ook minder steun. Dus het zeg maar van hun sociale omgeving bedoel ik. Dus dan is het volgens mij juist zo zo nodig dat ze van school eigenlijk steun krijgen.
Ja dat denk ik ook. Ja dus misschien is het ook en dat hebben we ook al wat eerder tegen elkaar gezegd maar het is dus best een controverseel systeem wat ook niet voor elke school zou passen,
denk ik, ook niet voor elke leerling zou passen. Maar misschien is het voor deze doelgroep wel een heel behulpzaamsteam,
omdat het echt een soort van in het gareel bijna letterlijk worden geduwd. En ja, dat afbouwen daar ben ik nog wel nieuwsgierig na,
want ik vraag me ook af of ze dit de hele tijd met zoveel ondersteuning hebben gedaan, of ze dan wel echt in staat zijn om dat zelf te doen. Maar ik kan me wel voorstellen dat, ja, wat ik net zei, dat verschillende doelgroepen ook verschillende manieren van onderwijs nodig hebben.
Dus dat het ook niet per se zo is dat je dit systeem nu allemaal m ‘n zaal in Nederland in zo ‘n moeten gaan voeren. Maar misschien kunnen we er wel elementen uit menen,
wat in het Nederlands onderwijs dan wel weer goed zou kunnen passen. Het is super interessant om natuurlijk na te denken over die werkende elementen van deze school,
omdat je, zeker als je deze podcast luistert, ook wil nadenken van wat zou ik hier eigenlijk zelf mee kunnen. En ik denk dat het interessant is om even te bespreken waarom deze school de Mikayla school heet,
want Mikayla is eigenlijk vernoemd dus naar een mevrouw die Mikayla heet. Het was een collega van Catherine Burblesing en zij deed dit eigenlijk in het klein in haar klaslokaal.
Dus de hele school Mikayla is misschien best wel imponerend met alle facetten die zij aanbieden, Maar je kan dus ook dit in het klein in je eigen lokaal werkstelligen,
omdat het hier ook uit ontstaan is. En een van de dingen die heel nadrukkelijk in de lessen van Mikayla voorkwamen, waren die routines.
Dus dat ze heel scherp heeft nagedacht over welke routines wil ik nou in mijn less inbouwen die helpend zijn voor het leren. en dat kan je gewoon zelf als docent ook doen ook al heb je wel of niet de setting om je heen in de school kan je wel in je eigen les al die routines ook inbedden.
Dus dat is denk ik sowieso een belangrijk werkend element. Zou je een voorbeeld kunnen noemen van zo ‘n routinus? Ik denk dat dat wel boeiend is voor de luisteraar. Je kan eigenlijk op allerlei dingen routines doen,
je kan bijvoorbeeld nadenken over hoe kan ik mijn les goed starten, want als we het hebben over aandacht, hoe komen de leerlingen binnen, ik wil eigenlijk meteen dat ze een aandacht richten op mijn les,
dus beginnen met een start -opdracht en dat wil je dan eigenlijk helemaal inoefenen. Dus je komt de les binnen, je gaat meteen op je plaats zitten, je pakt meteen je spullen en je start met de start -opdracht die op het bord staat of die op je tafel ligt en En dit wil je in het begin van het schooije aanleren en oefenen.
Dat is een voorbeeld van een kleine routine die je helpt de rest van de les door de toon te zetten. En ik denk dat de andere elementen ook heel erg gaan over die leerstraatgieën waar Hilly het over had.
Ja, dat is ook iets wat je als maar mee kan nemen uit deze podcast of uit het concept van Michela.
Dat je lesontwerp of je onderwijsontwerp of je curiekelen, hoe je het noemen wil. Een soort spiraalvormig is opgebouwd, dus dat je steeds weer terugkomt op wat er eerder aan de orde is geweest,
maar dan met iets meer diepgang, maar dat je dus wel daar steeds op terugkomt door en waardoor je herhaaldelijk terug gaat halen, eerdere kennis,
begrippen, die komen steeds weer opnieuw aan de orde en worden dus zo, zei ik net natuurlijk ook al, maar worden dus zo meer bestendigd in je langer termijgeheugen en dat zijn dingen die je in je eigen onderwijs wel ook op kan nemen bij het ene vak misschien makkelijker dan bij het andere,
maar ik denk dat het altijd wel mogelijk is om elementen daaruit mee te nemen. En wat ik zelf ook wel mee zou willen nemen in mijn eigen lessen als ik nog docent was,
is zeg maar de hoge verwachtingen waar we het net eigenlijk ook al even over hadden, de hoge verwachtingen die mensen of die de docenten hebben van hun leerlingen door geen genoegen te nemen met zomaar antwoorden,
maar door echt een bepaalde minimum te eisen van de manier waarop leerlingen antwoorden geven. En een aantal technieken die dus ook in Teach Like a Champion het boek staan.
Waar jij bijvoorbeeld over had Flemming, je had het net al over The Turn and Talk, waren het nog andere misschien die je had genoemd? Ja, die Turn and Talk is echt iets wat je eigenlijk zo als docent in je eigen klasse kunnen doen en experimenteren.
En wat ik een hele boeiende vond, waar zij heel goed in zijn, vind ik, is het gegeven van specific praise. Ik had en heb soms nog wel z ‘n eigen om tegen een leerend zeg,
oh goed gedaan. Oh, top. Ja, top. Zit je haar goed? Top, zit je recht? Of vind je het eigenlijk top dat iemand een bepaald woord in een antwoord heeft gebruikt?
En wat zij heel goed doen, is zij maken dat heel specifiek. Dus zij doen echt die specific praise en zeggen heel concreet, oké, dit is wat er goed is. En als ze dan feedback geven zeggen ze,
oh ja en op dit vlakje, oh daar zou je nog dit kunnen doen om beter te worden. En dat was echt iets waarvan ik dacht, ja, ja, daar viel een kwartje. En iets waar ik al best wel een langere tijd zelf mee bezig ben en wat ik vind dat zij ook om hij eens goed te doen is onder titelen alles wat ze doen.
Dus ze leggen eigenlijk constant uit waarom ze bepaalde zaken aanpakken of waarom ze voor bepaalde dingen kiezen, zodat die leerlingen echt snappen wat je aan het doen bent. Ik krijg wel eens van mijn leerlingen te horen,
oh meneer, u denkt na over uw les, ja dat is op zich mijn baan zeg maar, daarvoor wordt ik betaald. Maar dat is natuurlijk wel iets wat, nou vind ik ook wel tekenend dat leerlingen dat zeggen.
Blijkbaar weten we dus gewoon niet altijd waarom wij dingen doen. Dus als ik bijvoorbeeld dingen terug haal, dan leg ik ook even uit. Ik ga nu dingen terug halen om even te kijken wat er nog geen lange termijn geheugen zit, om even te kijken of daar geen misvatting in zitten,
want anders kunnen we die namelijk nu even met elkaar wegwerken. En dat zijn van die hele concreete dingen waardoor zij ook gaan snappen. Oh, wacht even, zo werkt dus leren en daarom doet meneer Van der Graaf dit met ons.
En wat Ja, en op het moment dat je ondertitelt, zeker als je het over die leerstrategieën hebt, dan kunnen leerlingen ook zelf leren van, oh, maar als meneer de graaf dat met ons kan doen,
dan kan ik dat misschien thuis ook wel zelf doen. Daar is natuurlijk wel iets meer voor nodig dan alleen maar ondertitelen, maar daar begint het wel mee. Ja, dat denk ik inderdaad ook. Ja. En wat voor mij wel een zinvolle was,
want zeker, kijk, er zijn natuurlijk 80 duintens die dacht, die strategie die je kunt doen, werkvormen etc. Dus wat mij wel heeft geholpen zeker in het begin is om er een aantal te kiezen en dat heeft Michela volgens mij ook heel duidelijk gedaan.
Wij doen vooral deze vormen heel veel een aantal te kiezen en je daarin het begin op te focussen. En dan langzaam aan dat repertoire gaan uitbouwen.
Want anders dan is het en voor die leerlingen een soort van, oké, we gaan nu dit en we gaan nu dat en we gaan nu zus doen. En voor jezelf ook. Dus dat maakt het best wel moeilijk. Bijvoorbeeld dat turn and talk is dan echt iets wat ik langzaam met ze aanleer.
En dus ook heel vaak doe, zeker in het begin, omdat ik dan weet, ja, wacht even, ik wil ze hier bekend mee maken. Dus dat was voor mij ook nog echt iets dat…
Het gaf mij rust als docente, dat ik niet dacht, ik moet alles doen, want dat kan niet. En bepaalde dingen kun je op 26 manieren die dag die ze aanbieden. Maar het is volgens mij het allerbelangrijkste om te bedenken wat in jouw context,
in jouw klas, in jouw curriculum, op dat moment het meest effectief is, ook gezien de geschiedenis die jij met die klasse hebt, wat voor klas het is, etc. Dat was voor mij een inzicht.
– Ja, mooi. En ja, dat… – Ja. En ik zou toch ook nog wel even willen benadrukken mocht je nou nieuwsgierig zijn naar deze school en je denkt van ik wil de school ook bezoeken ik zeker doen is echt een moeit waard maar lees ook de boeken want ik denk dat als je en ik merk dat het ook wel aan hilly die was ook best wel een beetje een shock over alles wat ze zag en ook positief en negatief,
soms. Dat is ook prima natuurlijk, maar dat je veel beter kan plaatsen wat daar gebeurt als je ook de boeken hebt gelezen of leest dan de boeken na dat je er bent geweest. Dan kan je beter begrijpen wat het totale concept is.
Ja en zelfs dat totale concept hebben we nu toch maar toch echt niet volledig uitgelicht want dat kan gewoon niet. Daarvoor is het best wel complex. Dus als je nu hoopt, ik snap nu deze school volledig.
Sorry, zelfs in de tijd die we nu aan het praten zijn, lukt dat niet. Maar ja, ons doel was wel om een inkijkje te geven in wat wij hebben gezien op die school. En ook te kijken, oké, welke elementen zouden we nou gewoon in de Nederlandse systemen,
gewoon in je eigen klaslokaal, wat zou je nou daaruit meekunnen nemen waar je denkt, oeh, en dat kan mij als docent alweer een klein stapje verder helpen. Overigens,
denk ik, ook al snap je het hele concept en heb je alles gelezen en gekeken, want er zijn geloof ik zelfs documentaire zover, dan kan je nog steeds wel kritisch zijn. Dus het hoeft ook niet per se dat we dit dan allemaal maar moeten omarmen,
want er zijn denk ik nog steeds dan ook elementen waarvan je denkt ja ben ik het gewoon niet mee eens of dat zie ik gewoon anders of nou ja ik heb Catherine ook dingen horen zeggen over oracy waar ze heel erg tegen was waarvan ik dacht nou dat kan je concept helemaal goed zijn maar dat kijk ik toch echt anders naar dus ja het is denk ik inderdaad heel goed maar als je denkt dit is wat voor mij om daar je echt
goed in te verdiepen en en En dat betekent nog steeds niet dat dit het voor iedereen moet worden, maar als je denkt het zou ik heel graag ook zou willen,
dan is het wel goed om je daar helemaal goed in te verdiepen. En om ook dat hele onderwijsconcept, wat je elke eerder zei, Sasham, dat helemaal integraal op te nemen en dan niet te denken,
we pikken er een aantal dingen uit en dan hopen we maar dat het dan meteen werkt zoals het daar werkt want zo gaat het. Volgens mij is het dan belangrijk zodat je niet gaat denken ik ga gewoon het kopiëren maar ik ga kijken ook in wat vinden wij dan belangrijk en welke dingen passen daar dan dan dan bij want elke schoen is een andere doelgroep andere context etc dat is volgens mij het allerbelangrijkste dat dat je
niet denkt oké ik doe copy paste en let’s go Nee, precies. We hebben een andere cultuur hier in Nederland, dus je kijkt wat bij ons past. Ja,
mooi. Volgens mij hebben we echt veel benoemd. Vast niet alles, maar wel veel. Lang niet alles. Nee, nee. We hebben deze podcast, wat we voren hebben ook al gezegd,
waar moeten we het over hebben? We kunnen over zoveel verschillende dingen kunnen het hebben. Dus over de manier waarop dat leiderschap vorm krijgt, bijvoorbeeld hebben we nog niks gezegd, gaan we ook niet nu doen,
misschien nog in een andere podcast, of over de manier waarop daar wordt omgegaan met autonomie, of met individualisme, of met, nou, noem maar op, er is nog wel alles over te zeggen.
Wie weet in de volgende podcast, toch? Ja, dus daar gaat het wel voor. Nou, ik wil in ieder geval iedereen weer danken voor het luisteren. En als je nou dachten, ik vind dit een boeiende podcast zorgt daar in ieder geval dat je geabonneerd bent of blijft en dan hopen we jullie weer terug te horen bij een volgende podcast.
Dank je wel voor het luisteren en tot de volgende Learn Podcast. (upbeat music)
Profiteer van de kennis en ervaring van toonaangevende experts in het vakgebied.
©2024 Toetsrevolutie Coöperatie U.A. | Alle rechten voorbehouden