De afgelopen twee coronajaren hebben nogal wat weerslag gehad op onze leerlingen. Volgens de inspectie van het onderwijs gaat het dan onder andere om “negatief welbevinden, problemen met motivatie en concentratie, en een gebrek aan binding en contact.” [1]
In mijn coachingspraktijk kom ik regelmatig docenten tegen die hier de gevolgen van ondervinden in hun lessen en niet direct zien welke rol zij zelf kunnen hebben in de oplossing. Met dit blog doe ik een aantal suggesties aan docenten die het lesgeven momenteel als ingewikkeld ervaren en teleurgesteld zijn over de leeropbrengsten van hun leerlingen. Ik laat je zien hoe je met je curriculum en je didactiek op korte termijn een positieve verandering teweeg kunt brengen*.
Curriculum
Wat opvalt, is dat op scholen waar ik kom enigszins krampachtig wordt vastgehouden aan het curriculum zoals dat voor Corona was. Hier en daar wordt de lesinhoud wat aangepast, maar ik hoor ook wel dat er aan cijfers gesleuteld wordt om het gemiddelde op te krikken. (“Ze moeten toch ergens de motivatie vandaan halen.”) Of juist dat alle dikke onvoldoendes blijven staan om een punt te maken. (“Ze hebben er ècht niets voor gedaan!”)
Wat mij betreft duiden zowel het opkrikken van de cijfers als veel onvoldoendes in de klas op een probleem dat je niet zomaar bij je leerlingen mag neerleggen of weg mag poetsen, om vervolgens door te gaan naar het volgende hoofdstuk. Leerlingen hebben de door jou gestelde doelen niet behaald en doorgaan zou net zoiets zijn als dweilen met de kraan open. Maar wat dan wel? De volgende tips kunnen je helpen om je onderwijs nog voor de zomervakantie een positieve impuls te geven, zodat iedereen met meer zelfvertrouwen de vakantie in gaat.
TIP 1: Ga voor beheersen in plaats van behandelen.
De praktijk leert dat we vaak nog opereren onder de druk van afspraken over hoeveel toetsen er per jaar afgenomen moeten worden, hoeveel hoofdstukken er in een methode zitten, of wat we (ooit) in de studiewijzer hebben beschreven. Die druk zorgt ervoor dat we vooral lesstof aan het behandelen zijn en pas tijdens de toets controleren of leerlingen het ook beheersen. Funest voor het zelfvertrouwen van de leerling!
In de jaren ‘60 ontstond het ‘mastery learning’, wat er in het kort op neerkomt dat de docent ervoor zorgt dat 80% van zijn leerlingen ook minimaal 80% van de stof beheerst. Hij stelt daarbij voor iedereen dezelfde doelen, maar differentieert op de didactische middelen, denk aan:
- extra instructie
- meer of juist minder tijd
- meer en vaker (onder begeleiding) oefenen
- verdieping of verbreding op het onderwerp
Om ervoor te zorgen dat je weet wat jouw leerlingen nodig hebben, initieer je natuurlijk steeds opnieuw een proces van formatief handelen met slimme diagnostische vragen, waarmee je onderzoekt
- of je leerlingen over de juiste voorkennis beschikken voordat je doorgaat,
- welke misvattingen er nog bij hen leven en
- of ze je uitleg begrepen hebben.
Door processen van formatief handelen te combineren met herhaling èn door kennis regelmatig toe te laten passen in nieuwe contexten, werk je aan inslijping in het langetermijngeheugen en aan beheersing. Let wel: hoewel je dus stuurt op ‘minimaal een 8 voor de hele klas’, is dit niet hetzelfde als ‘teaching to the test’. Dit laatste is het geval als je je leerlingen zo smal onderwijst dat ze weliswaar de toets goed zullen maken, maar het geleerde niet meer per se kunnen toepassen in andere contexten.
Mastery learning en beheersing werken niet alleen fantastisch voor het zelfvertrouwen van de leerling op de korte termijn; de leerlingen hebben ook in het volgende schooljaar nog wat aan de lessen die je nu geeft, omdat kennis beter geïntegreerd raakt in het langetermijngeheugen.
TIP 2: Stel heldere, haalbare doelen.
Om te kunnen werken aan beheersing van de lesstof moet er ruimte zijn om te kunnen herhalen en het geleerde toe te passen in nieuwe contexten. De kans is echter groot dat je curriculum daarvoor te vol zit (ik kom eigenlijk nooit op scholen waar ze zich afvragen hoe ze hun tijd moeten vullen) en het kan zelfs zo zijn dat jullie curriculum momenteel überhaupt niet goed aansluit bij deze ‘corona-lichting’. Zonde om dan vast te houden aan wat jullie in gedachten hadden. In plaats daarvan zou je in je vakgroep het volgende kunnen overleggen:
- Welke doelen willen wij onze leerlingen in deze jaarlaag per se voor de zomervakantie meegeven naar het volgende leerjaar en waarom? Wees daarin kritisch en pak alleen essentiële, haalbare doelen.
- Laat jezelf niet leiden door de methode of bestaande toetsen, maar door de inhoud van de syllabus en je eigen ervaring met de lesstof.
- Noteer: (1) Welke doelen je door kunt schuiven naar de toekomst, omdat ze nu niet per se relevant zijn of op een later moment misschien wel beter tot hun recht komen. (2) Doelen waarvan je je af kunt vragen hoe noodzakelijk ze überhaupt in je programma zijn. Zorg dat je op een later tijdstip met je vakgroep op deze doelen terugkomt.
TIP 3: Toets alleen waar je met diepgang in je lessen aan toe bent gekomen.
Dit geldt natuurlijk altijd, maar zeker als je de doelen voor de rest van dit leerjaar hebt bijgesteld. Het zou onlogisch zijn om reeds bestaande toetsen af te nemen, want die sluiten niet meer aan op je doelen. De volgende stappen helpen je om de juiste zaken te toetsen.
- Maak op basis van je doelen een lijst van criteria die jullie (los van de vorm) kunnen gebruiken om vast te stellen dat de doelen zijn behaald. Deze criteria zijn leidend voor de inhoud van je toets of eindproduct.
- Vraag jezelf af of deze criteria moeten worden gecheckt in reguliere toetsvorm, of dat andere vormen (presentatie/werkstuk/blog etc.) misschien beter passen, omdat ze bijvoorbeeld beter laten zien hoe vaardig een leerling is geworden of in hoeverre ze het geleerde in een nieuwe context kunnen toepassen.
- Bedenk of er nog andere manieren (nodig) zijn om vast te stellen of de gewenste resultaten zijn behaald.
TIP 4: Zoek passende onderwijsactiviteiten.
Zoek onderwijsactiviteiten die perfect in lijn liggen met je doelen. De activiteiten kunnen uit de methode komen, maar dat hoeft natuurlijk niet.
- Zorg dat alle activiteiten in lijn zijn met zowel de opgestelde criteria als de toetsvorm die je gekozen hebt.
Kahootquizes zijn leuk om kennis te checken, maar laten bijvoorbeeld de vaardigheden die nodig zijn om een werkstuk te schrijven (of open vragen te beantwoorden) compleet onaangeroerd. Als je je leerlingen laat ervaren dat álles wat jij in je lessen doet direct verband heeft met de uiteindelijke summatieve toets/ het eindproduct en ook een positief cijfer tot gevolg heeft, dan geef je ze niet alleen vertrouwen in hun eigen competentie, maar ook in die van jou.
Het afstemmen van de onderwijsactiviteiten op de leerdoelen en de toetsen noemen we ook wel ‘constructive alignment’.
TIP 5: Heb hoge verwachtingen.
Omdat leerlingen geneigd zijn zich aan te passen aan jouw verwachtingen, is het belangrijk dat je ze continu meeneemt in jouw hoge verwachtingen.
- Vertel ze dus waarom je je doelen hebt bijgesteld en anders gaat werken.
- Spreek uit dat je verwacht dat iedereen met jouw nieuwe manier van werken een 8 kan gaan halen voor jouw vak.
- Tolereer geen halve inzet van je leerlingen óf van jezelf, want met halve inzet kom je niet bij die 8.
Heb vertrouwen in jezelf, dat jij ze naar die 8 gaat begeleiden en heb vertrouwen in je leerlingen: dat ze het kunnen, willen en gaan doen.
Tot slot
Ik hoop dat ik je met deze vijf tips een aantal handvatten heb gegeven om nog voor de vakantie (verder) de diepte in te gaan met je leerlingen. Door met de juiste didactische keuzes te sturen op échte succeservaringen, creëer je niet alleen een basis waarop nieuwe kennis kan groeien, maar ook voeding voor de motivatie van je leerlingen. Een goed einde van dit schooljaar maakt zo de eerste stap naar een goede start van het volgende.
*Verbinding en relatie zijn vandaag de dag belangrijker dan ooit om tot leren te komen. Om een indruk te krijgen van de gevolgen van de afgelopen twee jaar op de ontwikkeling van pubers, raad ik je van harte dit webinar van de VO-Raad met Steven Pont aan. Het geeft niet alleen inzicht in hoe noodzakelijk die verbinding is, maar ook suggesties over hoe je daar als school mee aan de slag kunt gaan.