Wijze lessen voor formatief ’toetsen’

Vandaag verschijnt het boek Wijze lessen: twaalf bouwstenen voor effectieve didactiek van Tim Surma, Kristel vanhoyweghen, Gino Camp, Daniel Muijs,Paul Kirschner, en en ‘onze’ Dominique Sluijsmans, dat niet alleen in een prachtig boekvorm uitkomt maar ook als gratis PDF beschikbaar zal zijn (vanaf volgende week).

In het boek staan de auteurs stil bij de diverse effectieve onderwijs- en leerstrategieën: 12 bouwstenen om effectief les te kunnen geven. Ze beschrijven de theorie, het onderzoek, en hoe dat in de klas vorm kan krijgen. Ook gaan drie strategieën over toetsen met een formatieve functie. Ik heb al mogen inzien, en vond het zelf een van de beste boeken die momenteel over dit onderwerp te lezen is, dus hopelijk is dat voldoende aanmoediging om de gratis versie eens te bestuderen, (de eerste druk van de papieren versie was al voor verschijnen uitverkocht).

 

Effectieve leerstrategieën en formatief handelen

De uitgave van dit boek is een mooie aanleiding om wat uitgebreider stil te staan bij een thema waar ik al langer wat over wil schrijven. Veel scholen stappen over op meer formatief toetsen omdat ze iets willen doen aan de hoeveelheid summatieve toetsen die er op school worden afgenomen. Dat is op zich begrijpelijk, zoals ik al eerder schreef, maar niet helemaal de oplossing. Al die summatieve toetsen leiden inderdaad tot korte termijn leerstrategieën, maar de verkeerde inzet van formatief toetsen kan dit probleem alleen maar erger maken.

Met Dominique sprak ik inmiddels al wat vaker over de noodzaak om functioneel toetsen/ formatief handelen explicieter te verbinden aan effectieve leerstrategieën. Formatief handelen doe je niet per se omdat je iets wil doen aan het cijfercircus, maar vooral ook om gewoon beter les te geven. Een van de redenen waarom het nieuwe Toetsrevolutiecongres van 14 november bijvoorbeeld dit als groot thema heeft, en we Tim Surma, een van de auteurs van Wijze Lessen, gevraagd hebben om daar dan ook de keynote te verzorgen.

 

‘Doelen aftikken’

In het onderwijs zijn we erop gericht dat leerlingen iets leren voor de lange termijn. We zouden graag willen dat leerlingen bepaalde kennis of vaardigheden na een paar maanden of na een jaar, of wellicht nog langer (voor altijd?) paraat hebben. Als een leerling tijdens de les demonstreert iets te beheersen dan is dat natuurlijk geen garantie dat leerlingen het over zes weken bijvoorbeeld nog weet. Dat is het verschil tussen ‘leren’ en ‘presteren’ (zie bijv. Het zojuist verschenen boek Psychologie in de klas van David Didau en Nick Rose’). De leerling levert wel een prestatie, maar dat betekent nog niet dat de leerling het ook daadwerkelijk (voor de lange termijn) geleerd heeft. Sterker nog: als het onderwijs alleen nog maar bestaat uit ‘doelen aftikken’ – zoals docent Ferry Haan het in een recente column terecht omschreef – dan kan de leerling met beperkte inspanning en korte sprintjes alle doelen van een vak ‘halen’, maar zonder dat daar daadwerkelijk iets van blijft hangen. Dat is dus niet waar we naar op zoek zijn!

 

Wenselijke moeilijkheden

In deel 2 van Volgens Barton (verschijnt eind dit jaar) staat Craig Barton uitgebreid stil bij leren voor de lange termijn. Hij wijst op een aantal bevindingen uit onderzoek die effectief blijken te zijn om dit te bereiken, en die ook in Wijze lessen terugkomen:

  1. Het test-effect: Het test-effect leert ons dat het terughalen van iets wat eerder geleerd is, ervoor zorgt dat het beter onthouden wordt (daarom wordt het ook wel het terughaal-effect). Dit effect is zelfs aanwezig als er geen feedback wordt gegeven, en is zelfs dan nog steeds effectiever dan het steeds maar weer doorlezen van de lesstof, of er weer les in krijgen. Dit komt omdat de act van het terughalen de organisatie van de kennis in het langetermijngeheugen verbetert, zelfs voor die informatie die niet eens getoetst wordt. Bevinding #1: Je kan beter vaker toetsen (waardoor informatie moet worden teruggehaald) dan vaker uitleggen, of op een andere manier herhalen.
  2. Het gespreid-oefenen-effect: In plaats van alle oefening achter elkaar te proppen is het beter om alle oefening te spreiden in de tijd. Door leerlingen de kans te geven om het geleerde weer ‘net’ te vergeten, en het dan weer terug te halen, onthouden ze het uiteindelijk beter. Kom dus na een aantal weken weer terug te oefenen op wat er eerder geleerd is, bijvoorbeeld in de vorm van een quiz, of een exitticket. En gebruik huiswerk en afsluitende toetsen niet alleen voor nieuwe stof, maar juist met name voor oude stof! Bevinding #2: Leerlingen hoeven niet méér opdrachten te maken, om de stof beter te onthouden maar moeten deze gewoon beter gespreid over de tijd maken.
  3. Het gevarieerd-oefenen-effect: Vaak behandelen we onderwerpen in isolement. We leren ze regel #1, oefenen daarmee om daarna over te stappen op regel #2, uit angst dat leerlingen het anders te moeilijk gaan vinden. En hoofdstukken gaan vaak over een samenhangend thema. Het gevarieerd-oefenen-effect (ook wel het afwisselend-oefenen-effect genoemd) laat ons echter zien dat het beter voor het langetermijnleren is om te variëren tussen onderwerpen, oftewel om onderwerpen te ‘vervlechten’. Als leerlingen eenmaal breuken geleerd hebben kun je ook breuken laten terugkomen in een onderwerp als de omtrek van een cirkel of coëfficiënten bepalen. Hoewel het niet altijd verstandig is om tijdens het aanleren van bepaalde vaardigheden onderwerpen met elkaar te vervlechten – over dit onderwerp valt overigens nog wel wat meer te vertellen–, maar kan zoiets wel een mooie plek krijgen in toetsing (of deze nu formatief of summatief wordt ingezet). (Bevinding #3).

Het eerste wat opvalt is dat dit allemaal ‘lastige’ interventies zijn. Iets wat je eerder hebt geleerd weer terug moeten halen, en dit soms na enige weken of zelfs maanden weer moeten doen, en onderwerpen afwisselend oefenen. Het is niet per se leuk om te doen. Stel je voor dat je leerlingen dingen vraagt die een jaar geleden behandeld hebt. Niet elke leerling zal dit nog weten, en doet misschien alles fout, waardoor ze misschien onzeker worden. Maar we weten ook dat ongeacht of ze de vragen goed of fout ze op de lange termijn er meer van opsteken. Daarom worden ze ook wel ‘gewenste moeilijkheden’ genoemd. Lastig en vervelend, maar wel nodig.

 

De tweede functie van een toetsprogramma

In een eerdere blog schreef ik over de eerste functie van een toetsprogramma: het verzamelen van informatie om een zwaarwegende beslissing te nemen. Maar in gesprekken met leraren, en door het bestuderen van dit soort literatuur ben ik gaan nadenken over de tweede functie van een toetsprogramma: leerlingen aanmoedigen tot langetermijnleren. De kritiek op ‘oude’ toetsprogramma’s met soms wel 180 toetsen voor een cijfer per jaar, is dat het leerlingen aanzet tot korte termijn leerstrategieën: zweten, weten en vergeten. Maar waarom is dat eigenlijk?

Het grote probleem lijkt mij dat veel van deze toetsen enkel gaan over nieuwe stof (dus je maakt geen gebruik van het gevarieerd-oefenen-effect). Die stof wordt slechts een of twee keer getoetst (dus je maakt geen gebruik van het test-effect), en oude stof komt later ook niet met regelmaat terug (dus je profiteert niet van het gespreid-oefenen-effect).

Wat is dus de eerste kwestie? Leraren besteden heel veel tijd en energie aan het opstellen en nakijken van toetsen die weinig tot niets bijdragen voor de lange termijn. Leerlingen besteden heel veel tijd en energie aan het voorbereiden, en stampen voor toetsen die niet fundamenteel voor de lange termijn bijdragen aan hun kennis en vaardigheden. Voor beide groepen een nogal frustrerende situatie.

Maar gewoonweg minder toetsen voor een cijfer is zo beschouwd ook niet meteen goed voor de ambitie om het leren op de lange termijn te verbeteren, zeker als die toetsen ook alleen maar gaan over nieuwe stof. Je benut dan zelfs nog minder bovengenoemde effecten, en het zou me niet verbazen als de prestaties op de lange termijn (bijv. bij examenresultaten daar ook onder gaan leiden).

 

Vaker, en meer, en gevarieerder toetsen

Paul Kirschner schreef recent een pleidooi om juist meer te toetsen, en voor wie dat zich toen afvroeg: ja, ik geef hem gelijk. Als het gaat over toetsing gaat zou ik ook een aantal wijze lessen willen meegeven:

  1. Vraag in ‘toetsen voor een cijfer’ niet alleen nieuwe behandelde stof, maar ook net behandelde stof en nog oudere stof. Bijv. 33% nieuw, 33% dit schooljaar behandelde stof, en 33% stof uit eerdere leerjaren (of van de basisschool). Doe dit op een systematische manier zodat bepaalde onderwerpen steevast ‘roulerend’ terugkomen.
  2. Zet tijdens lessen niet alleen formatief handelen om aanwezige voorkennis vast te stellen (en te activeren, wat overigens bouwsteen #1 is in Wijze lessen) die die les gebruikt gaat worden, maar ook om te kijken wat leerlingen nog weten van eerdere, niet-relevante stof. Daar hoeft zelfs niet per se feedback op te worden gegeven, maar een korte terugkoppeling kan natuurlijk nooit kwaad. (En onthoud daarbij dat bij formatief handelen er zo weinig mogelijk op het spel moet staan, dus dat er ook geen administratie – door jou – wordt bijgehouden). De motivatie voor leerlingen om toch mee te doen aan deze activiteiten is omdat ze ook weten dat er op de toetsen voor een cijfer ook naar gevraagd kan worden.
  3. Probeer waar dat kan zoveel als mogelijk onderwerpen met elkaar te vervlechten.

Als je effectiever wilt lesgeven ben je dus heel veel bezig met toetsing. Misschien wel de halve les! Je bent aan het kijken welke voorkennis aanwezig is om je instructie goed te laten aansluiten. Je wilt het leerproces volgen zodat je je feedback daarop goed aan kunt laten sluiten. En je wilt ook structureel oude kennis weer terughalen.

 

Conclusie: Besteed aandacht aan effectieve onderwijsstrategieën

Bij het vormgeven van een toetsprogramma en een programma voor formatief handelen is het goed om rekening te houden met de effectieve onderwijsstrategieën, tenminste als je het leren voor de lange termijn wilt verbeteren.

Naast deze effecten zijn er overigens ook nog andere effecten van toepassing op formatief handelen en die niet in Wijze lessen voorbijkomen, en hopelijk kan ik daar hier later nog eens op terugkomen (ja, de waslijst wordt steeds groter…)

Auteur

  • Rene Kneyber

    René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan vijftien boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast

    Bekijk Berichten

Auteur

  • Rene Kneyber

    René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan vijftien boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast

    Bekijk Berichten

Nieuwe blogs