Leerlingen of studenten zijn in de regel beginners, de kennis en vaardigheden die zij zich eigen moeten maken is veelal nieuw. Dit is op zichzelf geen probleem. De neiging van leerlingen en studenten zichzelf te overschatten is dat wel.[1] Dit leidt er bijvoorbeeld toe dat leerlingen te laat beginnen met leren of dat ze ten onrechte denken dat ze iets al weten terwijl dat niet zo is. Ook kunnen ze de effectiviteit van een gekozen aanpak moeilijk inschatten, en kiezen ze daardoor soms niet voor de optimale leerstrategie. Ze sturen hun eigen leerproces dan dus niet optimaal bij, waardoor er belangrijke leerkansen verloren gaan.
Jezelf realistisch kunnen inschatten is daarom een belangrijke vaardigheid in het leerproces. Dit kan er namelijk voor zorgen dat je wel op tijd begint, eerder hulp zoekt of een vraag stelt en een andere leerstrategie uitkiest omdat je weet dat die beter werkt. Formatief handelen kan hier een positieve bijdrage aan leveren.
Formatief handelen kan ook op andere vlakken van zelfregulerend leren een belangrijke bijdrage leveren. Om dit gegeven te benutten kan het behulpzaam zijn om te weten welke strategieën je daarvoor kunt inzetten. Een aantal daarvan komen al voor in een proces van formatief handelen. Andere vereisen een wat bewustere inzet. In alle gevallen kan kennis over deze strategieën helpen om processen van formatief handelen te richten op die aspecten die bij een groep nog moeilijk lopen als het om zelfregulerend leren gaat.
In totaal bespreken we in deze blog vier strategieën die bij kunnen dragen aan zelfregulerend leren.
- Structureel testen
- Het leerproces onder woorden brengen
- Reflecteren op de kwaliteit van de zelfinschatting
- Kwaliteitsbesef bijbrengen
Deze strategieën hebben op verschillende plekken binnen een proces van formatief handelen hun werking. Voor een uitleg over ons model zie deze blog-post, of het gratis Toetsrevolutie-boek.
Structureel testen draagt bij aan zelfregulerend leren
Waar: in stap 2 en 5
Testen is een zeer effectieve leerstrategie die leren bevordert op de lange termijn. Het houdt in dat iemand zonder hulpmiddelen actief informatie terughaalt uit het langetermijngeheugen naar het werkgeheugen. Een van de test-effecten is dat de informatie daardoor beter en langer wordt onthouden. Een ander test-effect is dat leerlingen of studenten hierdoor geconfronteerd worden met wat ze wel en niet weten. Hierdoor wordt het inschattingsvermogen van studenten of leerlingen verbeterd: zij worden geconfronteerd met hun werkelijke mate van begrip, dat in de regel verschilt van hun veronderstelde mate van begrip. Door hier door middel van formatief handelen actief bij stil te staan, gaan studenten en leerlingen hun eigen mate van begrip realistischer inschatten.
Binnen een proces van formatief handelen benut je deze effecten in stap 2 en stap 5. In stap 2 vraag je leerlingen of studenten om over iets na te denken en terug te halen zonder hulpmiddelen. Ze beantwoorden bijvoorbeeld een vraag zoals ‘Hoe kun je weten dat dit een betrouwbare bron is?’ Hierna volgt interpretatie van de antwoorden, een gesprek hierover en een eventuele reparatie-actie. In stap 5 controleer je of die vervolgactie geholpen heeft, door een gelijksoortige vraag te stellen, benut je nogmaals dat test-effect.
Het bijkomende voordeel van de tweede keer testen is dat de metacognitieve monitoring van leerlingen of studenten verbetert; leerlingen en studenten gaan inzien welke acties wanneer werken.[2] In een proces van formatief handelen houdt dit in dat leerlingen of studenten de vervolgactie van stap 4 gaan koppelen aan een eventuele verbetering en zo beter weten wat voor hen werkt, en wat niet. Het kan helpen om leerlingen of studenten expliciet te laten benoemen wat ze hebben gedaan, en wat dit heeft opgeleverd, zodat ze de interventie van stap 4 juist attribueren.
Het leerproces onder woorden brengen is bevorderlijk voor zelfregulerend leren
Waar: met name in stap 3 en 5.
Om je vaardigheden in zelfregulerend leren te verbeteren is het van belang om over alles wat er rond je leerproces gebeurt, in termen van gedachten, emoties, en aanpakken, onder woorden te kunnen brengen, en daarnaar te kunnen luisteren. Een ideaal moment om leerlingen en studenten hier beter in te laten worden is gedurende stap 3 van een proces van formatief handelen. [3]
Zo kun je bijvoorbeeld leerlingen vragen om het antwoord op een vraag op een wisbordje te schrijven (stap 2). Hierna kun je vragen van de leerlingen om toe te lichten wat ze hebben opgeschreven en waarom. Door leerlingen meer uit te dagen om hun gedachten onder woorden te brengen en argumenten te kunnen geven voor wat ze denken en vinden, leer je leerlingen om niet alleen taalkundig, maar ook cognitief en emotioneel verder te groeien.[4]
Wanneer leerlingen in staat zijn om hun gedachteprocessen beter onder woorden te brengen, zijn zij ook beter toegerust op hun eigen leerproces beter reguleren. Immers, hoe beter iemand zelf weet en onder woorden kan brengen hoe diens gedachteproces verloopt, hoe beter die hierop kan monitoren en bijsturen.
Met dit in gedachten geven we de volgende aandachtspunten mee voor stap 3.[5]
1. Leg de lat qua taalgebruik hoog
Voordat je zo’n gesprek ingaat is het van belang dat je voor jezelf helder hebt hoe je vindt dat leerlingen of studenten hierover zouden moeten praten. Welke woorden wil je absoluut terughoren, welke zinsnedes zouden ze absoluut moeten gebruiken? Als leerlingen zich niet adequaat genoeg uitdrukken, geef dan suggesties voor verbetering en laat ze dit herhalen tot het goed is.
2. Vraag door
Na een eerste reactie van een leerling kun je doorvragen. ‘Wat zijn je argumenten hiervoor?’, ‘wat voor verband zie je tussen feit A en gebeurtenis B?’. Hiermee worden leerlingen aangemoedigd om hun denken te articuleren en dit draagt bij aan beter begrip en monitoring van het eigen leerproces.
3. Vraag ook naar het proces
De Education Endownment Foundation adviseert ook om vragen te stellen naar het leerproces. Juist de nadruk op het proces, helpt leerlingen in hun vaardigheden voor zelfregulerend leren. Dit kan bijvoorbeeld als volgt: ‘Welke methode heb je toegepast om tot dit antwoord te komen’, ‘Hoe wist je dat je die methode moest gebruiken?’, ‘Wat goed! Hoe ben je op dit idee gekomen?’, of ‘Zou er een andere manier zijn om dit probleem op te lossen?’
4. Vraag leerlingen ook om naar elkaar te luisteren
De bedoeling van het onderwijsleergesprek in stap 3 is dat leerlingen wat opsteken van wat mede-leerlingen hebben gezegd. Voor zelfregulerend leren is het goed als ze expliciet kunnen maken wat ze precies van elkaar hebben opgestoken. Zo kun je bijvoorbeeld vragen: ‘Alicia, welke van deze drie antwoorden vond je nu het beste geformuleerd, en waarom?’, ‘Ben je van gedachten veranderd, en wat maakte dat dat gebeurde?’. Hoe meer leerlingen dit proces expliciet maken, hoe meer zij ervaren wat zij zelf nog kunnen leren van anderen. Het helpt om als docent ondertiteling te geven bij dat proces, zodat er ook een transfer gemaakt kan worden naar andere situaties.
Reflecteren op de kwaliteit van zelfinschattingen bevordert zelfregulerend leren
Waar: in stap 2, 3 en 5.
Zoals boven beschreven, spelen zelfinschattingen een belangrijke rol in het leerproces. Maar hoewel ze een grote rol spelen, zijn ze vaak niet heel expliciet, evenals de reflectie op de gemaakte zelfinschattingen. Sommige leerlingen of studenten zullen ongetwijfeld bij zichzelf te rade gaan als blijkt dat ze ten onrechte dachten iets wel of niet te beheersen. Maar velen zullen dit niet doen. Ze zullen daarom niet door hebben dat ze voortdurend verkeerde zelfinschattingen maken, en zullen daar dan ook niet beter in worden.
Als je hier iets aan wilt doen is het raadzaam om leerlingen of studenten tijdens stap 2 niet alleen een antwoord te laten noteren, maar ook daarbij aan te geven hoe zelfverzekerd ze zijn over hun antwoord. Dit kan bijvoorbeeld op een schaal van 1 tot 10, rood of groen, en een blije of onzekere emoji.
Deze inschatting kan dan ook onderwerp van gesprek zijn tijdens stap 3. Dus als je ziet dat sommige leerlingen het goed hadden, maar toch twijfelden over hun antwoord, dan kun je hiernaar vragen: ‘Fariel, je had het goed, maar je twijfelde. Kun je vertellen waarom?’ Of: ‘Je dacht het goed te hebben, maar je had het toch mis. Kun je mij iets meer vertellen waar het precies mis ging?’
Stel dat je tot een reparatie-actie besluit in stap 4 dan kun je aan leerlingen aan de start van stap 5 vragen: ‘denk je dat je het nu wel kan, en hoe komt dat?’ Vervolgens vindt er een check plaats om te zien of dit daadwerkelijk klopt.
Op deze manier kan het reflecteren op zelfinschattingen bijdragen aan zelfregulerend leren. Het is dan wel zaak om dit regelmatig te herhalen.
Kwaliteitsbesef bijbrengen is onmisbaar voor zelfregulerend leren
Wanneer: losstaand en in stap 3
Een belangrijke strategie bij formatief handelen is kwaliteitsbesef bijbrengen. Kwaliteitsbesef kun je bijbrengen voor producten of processen. Voor producten kun je verschillende voorbeelden vergelijken en hierover in dialoog gaan met de klas. Bij processen kun je hardopdenkend voordoen, en hierover in gesprek gaan met de groep.
Door deze activiteiten ontwikkelen leerlingen of studenten een (gedeeld) besef van wat het doel is. Omdat dit doel helderder is zijn leerlingen of studenten ook in staat om hun leerproces beter bij te sturen, en zullen ze minder afhankelijk zijn van hulp van buitenaf. Wanneer leerlingen beter weten waar ze naartoe op weg zijn (het eindproduct, helder gemaakt door voorbeelden vergelijken) en hoe ze bij het eindpunt komen (het proces, duidelijk gemaakt door hardop denkend voordoen), zullen ze ook zelf beter in staat zijn te navigeren daarnaartoe, zonder dat iemand anders ze continu op de juiste weg hoeft te houden. Daarnaast zijn ze ook beter in staat om feedback te ontvangen omdat ze beter weten waar deze feedback over gaat. Zo opereert deze strategie op verschillende vlakken zoals: doelen stellen, weten wanneer je klaar bent, en beter reflecteren terwijl je bezig bent.
Deze strategie is niet alleen vooraf aan leeractiviteiten zoals processen van formatief handelen in te zetten. Ook tijdens een proces van formatief handelen kun je de kracht van kwaliteitsbesef benutten door voorbeelden te tonen tijdens stap 3. Dit kunnen voorbeelden zijn van wat zojuist in stap 2 geproduceerd is, maar dit kunnen ook andere voorbeelden zijn; zelf geconstrueerd, of anonieme voorbeelden van andere klassen of eerdere jaren.
Door hiernaar te kijken en dan weer te reflecteren op het eigen werk, ontwikkelt het kwaliteitsbesef ook, met dezelfde voordelen voor het zelfregulerend leren van leerlingen.
In een volgende blog gaan we nog wat uitgebreider in op deze strategie.
Tot slot
In deze blog bespraken we hoe je door formatief te handelen kunt bijdragen aan de zelfregulerend-leren-vaardigheden van leerlingen of studenten.
Over hoe je processen van formatief handelen kunt aanpassen voor verschillende beweegredenen, schreven René en Valentina al eerder deze blog.
Meer weten over zelfregulerend leren? In april verschijnt onze bundel ReguLEER! Een pedagogisch-didactische verkenning van zelfregulerend. Schrijf je alvast in voor een gratis digitaal exemplaar.
Noten
- https://psycnet.apa.org/record/2016-28036-001 ↑
- Henry L. Roediger III, Adam L. Putnam, Megan A. Smith (2011) Ten Benefits of Testing and Their Applications to Educational Practice Editor(s): Jose P. Mestre, Brian H. Ross, Psychology of Learning and Motivation,Academic Press, Volume 55, 2011, Pages 1-36, ISSN 0079-7421, ISBN 9780123876911, https://doi.org/10.1016/B978-0-12-387691-1.00001-6. ↑
- Voor een gloeiend betoog hierover: Self-regulation in learning: The role of language and formative assessment door Bailey & Heritage. ↑
- https://oracycambridge.org/wp-content/uploads/2020/06/The-Oracy-Skills-Framework-and-Glossary.pdf ↑
- Meer suggesties voor hoe je dit soort gesprekken kunt voeren vind je bijvoorbeeld op www.doorloopjes.nl. ↑
Authors
-
René Kneyber is voormalig docent wiskunde, en tegenwoordig trainer, adviseur en bestuurder van Toetsrevolutie. Hij schreef en vertaalde meer dan vijftien boeken, waaronder Toetsrevolutie. Van 2015 tot 2022 was hij kroonlid van de Onderwijsraad. Samen met Valentina Devid en Flemming van de Graaf maakt hij de LLEARN-podcast
Bekijk Berichten -
Valentina Devid is van oorsprong docent geschiedenis en levensbeschouwing. Ze is teamleider havo, brugklascoördinator en onderwijskundig leider geweest. Daarnaast heeft ze in het HBO als toetsdeskundige gewerkt. Valentina is medeoprichter van Toetsrevolutie en verzorgt met plezier veel trainingen. Met René Kneyber en Flemming van de Graaf maakt ze de LLEARN-podcast.
Bekijk Berichten -
Hilly Drok is trainer, onderwijsadviseur en bestuurder bij Toetsrevolutie. Ook is ze opleidingscoördinator van de opleiding Schoolexpert Formatief Handelen. Zij is 14 jaar docent Nederlands geweest en was in haar eigen school de kartrekker in het implementatieproces van formatief handelen. Ze stelde een populaire bundel samen over zelfregulerend leren: ReguLEER!
Bekijk Berichten