Zelfregulerend leren is te leren

Een jonge vrouw of meisje die aan het leren is. zelfregulerend leren.

Luister nu naar deze blog:

[player id=’7178′]

Interesse in onze nieuwe ReguLEER!-bundel (april 2024)? Meld je aan voor een gratis digitaal exemplaar.

Een belangrijk doel van onderwijs is om leerlingen en studenten in staat te stellen zelfstandig het geleerde in praktijk te brengen, in een andere context dan waarin het ze is aangeleerd. Zo is het bijvoorbeeld de bedoeling dat een leerling zelfstandig zijn eindexamen kan halen, zonder docent die er nog naast staat om te vertellen uit welke denkstappen die ingewikkelde berekening bestaat. Vervolgens zal die leerling een student worden die zelfstandig een beroep moet gaan beoefenen, zonder expert ernaast die steeds bijstuurt. Maar ondanks – of wellicht vanwege– deze opdracht stoeien we in het onderwijs met de vraag hoe we leerlingen en studenten kunnen begeleiden op weg naar die zelfstandigheid.

Is repressie de oplossing?

Sterker nog: docenten lopen al veel eerder tegen een gebrek aan zelfstandigheid bij hun leerlingen of studenten aan. Zo maken leerlingen en studenten hun huiswerk niet, halen ze deadlines niet, plannen ze slecht, doen ze weinig met feedback die ze ontvangen en gaan ze veel te laat leren voor een toets. Met als gevolg dat docenten extra repressiemiddelen in gaan zetten om ervoor te zorgen dat ze het wél doen: deadlines toevoegen, straf als studenten hun huiswerk niet op tijd inleveren, extra punten als leerlingen hun feedback hebben verwerkt.

Op papier levert dat wellicht de gewenste resultaten op: de deadlines worden wel gehaald, het huiswerk wordt wel gemaakt, de feedback wordt wel verwerkt. Maar op deze manier nemen docenten het reguleren van het leerproces over van de leerlingen en studenten. Bovendien leren ze leerlingen en studenten op deze wijze dat ze alleen maar iets hoeven te doen als ze er punten voor krijgen of om sancties te ontduiken.

Wat dan wel?

Moeten we dan maar onze handen ervan af trekken en de leerlingen en studenten aan hun lot overlaten onder het mom van ‘zelfstandigheid leren’, zoals die collega die ooit zei: “De les bestaat bij mij alleen uit mijn uitleg. De verwerking van de stof moeten ze zelf maar thuis doen, daar ga ik ze niet bij helpen, want ja, dát is zelfstandigheid”. Hiermee gooi je eigenlijk de leerlingen in het diepe zonder zwembandjes in de hoop dat ze dan vanzelf wel leren zwemmen voordat ze verdronken zijn.

En ook dit leidt niet tot zelfstandigheid, want vaak zijn het juist de leerlingen die al zelfstandig in staat waren om hun leerproces zelf vorm te geven die het dan redden, maar de leerlingen die dat niet automatisch kunnen, vallen dan uit: ze verzuipen, of in het beste geval leren ze zichzelf overlevingsstrategieën aan die ze nét helpen de kant te bereiken, maar waar ze in de woeste zee uiteindelijk niets aan zullen hebben.

Ook hier zullen veel leerlingen uiteindelijk dus niet zoveel aan hebben en het zorgt er bovendien voor dat leerlingen die van huis uit geholpen worden met hun leerproces vormgeven of die het op een andere manier aangeleerd hebben gekregen een enorme voorsprong krijgen op leerlingen die hier niet zo getalenteerd in zijn en er bovendien geen externe hulp bij krijgen. Daarnaast kan het onderwijs zo ook nooit de woeste zee zijn die we wellicht beogen.

Maar hoe dan wel?

Het belang van metacognitie

Voordat deze vraag te beantwoorden is, is het belangrijk om eerst uit te pluizen wat leerlingen eigenlijk nodig hebben om dit leerproces vorm te geven. Daarvoor is het goed om je te realiseren dat leren zich eigenlijk voortdurend op twee niveaus afspeelt.

Het eerste niveau is het taakniveau – het uitvoeren van de gevraagde taak – en het tweede is het metaniveau – het nadenken over hoe je die taak aan het uitvoeren bent[1]. Als je bijvoorbeeld een tekst aan het lezen bent, ben je die taak aan het uitvoeren en tegelijkertijd schakel je steeds met gedachten over de taak. Denk aan: ‘ik heb hier eerder iets over gelezen’, ‘ik kan mijn concentratie er niet bij houden’ of ‘ik geloof dat ik dit woord niet helemaal goed begrijp’.

Dit soort gedachtes beïnvloeden het leren, omdat ze bepalend zijn voor het gevolg dat we eraan geven: een woord opzoeken bijvoorbeeld, of misschien stoppen met de leertaak. Dit laatste niveau wordt ook wel metacognitie genoemd: het denken over het denken dat je doet.

Uit onderzoek blijkt dat de mate waarin leerlingen die metacognitie gericht in kunnen zetten, voor meer dan 40% hun leerprestaties bepaalt[2]. Meer dan elementen als motivatie of intelligentie, zaken waar we juist vaak groot belang aan hechten. De manier waarop leerlingen hun eigen leren kunnen inschatten en daarop bij kunnen sturen, maakt veel uit voor het studiesucces.

Maar ook zelfregulatie

Naast metacognitie speelt ook zelfregulatie een belangrijke rol in het monitoren en bijsturen van het eigen leerproces. Waar metacognitie zich meer afspeelt op het gebied van de gedachtes van de leerling over het leerproces, gaat zelfregulatie meer over het reguleren van gevoelens en gedrag[3]. Wanneer een leerling een leertaak uitvoert en zich erg trots voelt, omdat ze het eindelijk onder de knie lijkt te krijgen en dat zich uit in nog meer oefening, is deze leerling dus zichzelf aan het reguleren.

Hoewel er veel verschillende definities en modellen in omloop zijn die allemaal de verhouding tussen deze begrippen weer net anders duiden, zouden wij deze definitie willen poneren, gebaseerd op de definitie van James Mannion & Kate McAllister[4] en die van Jeltsen Peeters[5]:

Zelfregulerend leren is het proces waarbij een leerling (in de breedste zin van het woord) gedachten (metacognitie), gedrag en gevoelens (zelfregulatie) monitort en bijstuurt bij een leertaak om een bepaald leerdoel te bereiken.

Het model van Zimmerman

Een van de meest gebruikte modellen om zelfregulerend leren in de praktijk te duiden, is het model van Barry Zimmerman uit 2009[6]. Dit model deelt een leertaak op in drie fasen: de voorbereidingsfase, waarin een taak wordt gepland, een uitvoeringsfase, waarin tijdens de taak wordt gemonitord en bijgestuurd en de reflectiefase, waarin zelfevaluatie plaatsvindt. Al deze fasen bestaan uit een aantal strategieën die in te zetten zijn, in totaal 21.

Voor, tijdens en na

Tijdens elke taak zul je (bewust of onbewust) gebruik maken van strategieën voor zelfregulerend leren. Wanneer ik bijvoorbeeld een onderzoek lees voor mijn werk, denk ik voor ik begin vast na over hoeveel tijd het ongeveer gaat kosten, wanneer ik tevreden ben, welke delen van de tekst ik grondiger wil lezen of misschien kan overslaan.

Tijdens het lezen ga ik na of ik de tekst echt wel goed begrijp, hoe het past in mijn kennis over het onderwerp, of ik mijn aandacht er nog bij kan houden of misschien afdwaal naar mijn to do list en of het de moeite waard is om te blijven lezen of niet. En wanneer ik mijn laptop dichtklap om toch eerst het huis te gaan stofzuigen voordat ik verder ga, bedenk ik even hoe het nou kwam dat ik mijn aandacht er niet goed bij kon houden en wat ik de volgende keer anders wil doen.

Van leerlingen verwachten we ook dat zij hun leerproces op deze manier vormgeven. En vaak gaan we ervan uit dat leerlingen dat nu eenmaal kunnen of nu eenmaal niet kunnen, of dat we het een ander niet aan kunnen leren, omdat het iets is dat door ervaringen in de praktijk geleerd moet worden. En dus stellen we leerlingen vaak veel bloot aan situaties waarin ze zichzelf bij moeten sturen. Dat creëert situaties zoals geschetst aan het begin van deze blog, waarin wij als docenten óf het vormgeven van dat leerproces externaliseren door sancties of beloningen, óf leerlingen aan hun lot overlaten in de hoop dat ze het ‘vanzelf wel leren’. Vaak vanuit de beste bedoelingen, maar desalniettemin niet zo effectief.

Zelfregulerend leren is te leren!

Uit verschillende onderzoeken blijkt namelijk dat zelfregulerend leren heel goed aan te leren is[7]! Sterker nog: het is nodig om expliciete instructie te krijgen over deze vaardigheden om dit goed te kunnen, daarin gepaste ondersteuning te bieden (die ondersteuning die de leerling op dat punt in zijn leerproces nodig heeft) en dat wel geleidelijk af te bouwen, want uiteindelijk zal de leerling het zelf moeten kunnen. Hoe je dat aan kunt pakken, zal in een vervolgblog beschreven worden.

Conclusie

Het toewerken naar zelfstandigheid is dus een ingewikkeld proces, waarbij de docent gepaste ondersteuning moet bieden, zowel in de inhoud als in de vormgeving van het leerproces. Dat betekent dat het goed is om in het onderwijs ook aandacht te hebben voor de metacognitie en zelfregulatie van leerlingen tijdens dat leerproces: het zelfregulerend leren. Dit kunnen leerlingen niet zomaar vanzelf. In een vervolgblog zal aan de orde komen hoe je leerlingen de benodigde hulp kunt bieden, zodat ze uiteindelijk klaar zullen zijn voor de woeste zee!

Meer weten?

Luister onze podcast over zelfregulerend leren: LLEARN Podcast Aflevering 42

Lees onze blog over keuze-uren: Voor keuze-uren gekozen… en dan?

Noten

  1. https://www.youtube.com/watch?v=-3UX5XjWFOE
  2. Veenman, M.V.J. (2013). Training metacognitive skills in students with availability and production deficiencies. In: H. Bembenutty, T. Cleary, & A. Kitsantas (Eds.), Applications of Self-Regulated Learning across Diverse Disciplines. (p. 299-324). Carlotte, NC: Information Age Publishing.
  3. Mannion, J. & McAllister, K. (2020). Fear is the mind killer. Why learning to learn deserves lesson time – and how to make it work for your pupils. Woodbridge: John Cat Educational Ltd.
  4. idem
  5. Peeters, J. (2022) Zelfregulerend leren. Hoe? Zo! Leuven: Lannoo.
  6. Zimmerman, B. J., & Moylan, A. R. (2009). Self-regulation: Where metacognition and motivation intersect. In D. J. Hacker, J. Dunlosky, & A. C. Graesser (Eds.), Handbook of metacognition in education (pp. 299–315). Routledge/Taylor & Francis Group
  7. O.a. Sins, P. (2023). Zelfregulerend leren gaat niet vanzelf. Maar hoe dan wel? Rotterdam: Hogeschool Rotterdam

 

Auteur

  • Hilly Drok

    Hilly Drok is trainer bij Toetsrevolutie, waar ze zich richt op duurzame docentprofessionalisering op het gebied van formatief handelen en zelfregulerend leren. Haar loopbaan in het onderwijs begon als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs, een rol die ze 14 jaar met passie vervulde. In 2024 verscheen ReguLEER!, een pedagogisch-didactische verkenning van zelfregulerend leren, dat zij in samenwerking met René Kneyber en Valentina Devid maakte. Daarnaast is Hilly, samen met René Kneyber, oprichter van Telos Uitgevers.

    Bekijk Berichten

Auteur

  • Hilly Drok

    Hilly Drok is trainer bij Toetsrevolutie, waar ze zich richt op duurzame docentprofessionalisering op het gebied van formatief handelen en zelfregulerend leren. Haar loopbaan in het onderwijs begon als docent Nederlands in het voortgezet onderwijs, een rol die ze 14 jaar met passie vervulde. In 2024 verscheen ReguLEER!, een pedagogisch-didactische verkenning van zelfregulerend leren, dat zij in samenwerking met René Kneyber en Valentina Devid maakte. Daarnaast is Hilly, samen met René Kneyber, oprichter van Telos Uitgevers.

    Bekijk Berichten

Nieuwe blogs