Deze blog is een vertaling van https://teacherhead.com/2023/01/30/six-design-decisions-for-effective-professional-development-programmes/ . Aanpassingen t.o.v. het origineel door René Kneyber.
In ons werk binnen professionaliseringsprogramma’s, onder andere rond de Doorloopjes-toolkit, hebben we gemerkt dat scholen en instellingen vaak dezelfde besluitvormingsprocessen doormaken.
Met deze ervaring in gedachten hebben we geprobeerd deze processen vast te leggen voor andere schoolleiders, zodat zij hun nascholingsprogramma’s – die bestaan uit trainingen en uit coaching – effectiever kunnen ondersteunen. Hoewel er uiteraard verschillen kunnen bestaan tussen contexten, identificeren wij zes universele ontwerpbeslissingen voor schoolleiders.
Beslissing 1. De teams, de mensen
Ten eerste moet er een beslissing worden genomen over de samenstelling waarbinnen professionalisering plaatsvindt.
Aan de ene kant van het spectrum kan dit gebeuren met het hele personeel, voornamelijk in basisscholen, waar training en coaching voor alle medewerkers geldt. Aan de andere kant van het spectrum wordt elke individuele leraar gecoacht op basis van hun eigen proces en doelen. In het midden van het spectrum, vooral in het voortgezet onderwijs, beroepsopleidingen en grotere basisscholen, zijn de belangrijkste eenheden voor sturing vaksecties, jaarlagen, bouwen of afdelingen. Deze teams variëren van kleine groepjes tot grotere teams. Vaak worden combinaties van teams gemaakt die dezelfde begeleiding delen, zoals bijvoorbeeld alle bèta-vakken samen.
Formele scholing wordt regelmatig gecombineerd met coaching. Bij deze manier van organiseren is het belangrijk om te bepalen welke personeelsleden als coaches voor anderen zullen fungeren. Er zijn drie varianten: iedereen coacht elkaar, er is een specialistisch team van coaches, of de teamleiders fungeren de facto als coaches. De keuze voor een van de drie varianten hangt af van de capaciteit, het vertrouwen-in-eigen-kunnen en de toewijding om medewerkers op te leiden voor coaching en/of trainingen te leiden.
Beslissing 2. De focus in de les
Een andere cruciale beslissing betreft het opzetten en uitdragen van een gemeenschappelijk kader. Dit kader maakt het mogelijk om gezamenlijke uitdagingen binnen een organisatie of team te bespreken met een gedeelde taal, en zorgt zo voor een gemeenschappelijke focus.
Precies hiervoor is de Doorloopjes-toolkit bedoeld, maar er zijn uiteraard ook alternatieven beschikbaar. Bij Doorloopjes hebben we materialen ontwikkeld om schoolleiders en voortrekkers te ondersteunen bij het creëren van gemeenschappelijk kader. Met onze clusterbouwer kunnen teams gerichte clusters van verwante technieken vormen waarop ze zich kunnen concentreren, en de indeling in stappen helpt om tot gerichte acties te komen. Daarnaast biedt Doorloopjes de mogelijkheid om concrete stappen binnen elke techniek uit te werken.
Sommige organisaties stellen de agenda op in samenspraak met leraren, terwijl schoolleiders in andere gevallen een meer sturende rol hebben. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de agenda wordt bepaald op basis van de resultaten van een inspectieonderzoek of de koers van de school.
Een essentiële overweging is de interactie tussen Beslissing 1 en 2. Het is vrijwel altijd het beste voor elk team om zijn eigen professionaliseringsplan binnen een breder kader vorm te geven.
Beslissing 3. De overkoepelende tijdsindeling
Onderzoek naar effectieve professionalisering wijst uit dat frequente, iteratieve cycli effectiever zijn dan eenmalige evenementen of sessies met lange tussenpozen. Hoe de sessies in het jaar gepland zijn is dus een belangrijke beslissing. De jaaragenda is daarvoor een krachtig planningsinstrument. Het loont om het programma ruim van tevoren uit te werken, zodat iedereen altijd kan zien wanneer de volgende sessie gepland is en hoe dit verdeeld is over een semester en het jaar.
Als docenten doelen stellen tijdens de sessies, ontstaat er urgentie. Er moet energie behouden blijven in het proces als we willen dat leraren veranderingen doorvoeren, met de nadruk op specifieke acties in de komende dagen en weken, niet maanden.
Onze aanbeveling is daarom dat processen cycli hebben van 2-4 weken, maar we komen ook modellen tegen waar teams wekelijks bijeenkomen, en andere waar ze slechts elke 6-8 weken samenkomen (wat naar onze mening net iets te lang is).
Beslissing 4. De Trainingen
Een essentieel aspect voor professionele ontwikkeling betreft trainingssessies waarin niet alleen geleerd wordt ‘hoe’ iets te doen, maar ook beter te begrijpen ‘waarom’. Deze sessies vereisen een combinatie van input, waarbij expertise wordt gedeeld, technieken worden gedemonstreerd en geoefend, en sociale ondersteuning door samenwerking met collega’s.
Bij het plannen van een volledig programma is het niet alleen een belangrijke ontwerpbeslissing om te bepalen wanneer belangrijke professionele ontwikkelingsactiviteiten zullen plaatsvinden, maar ook hoe ze zullen aansluiten bij de focusgebieden die zijn geïdentificeerd bij beslissing 2. Het heeft weinig zin om te praten over ‘belangrijke focusgebieden’ en vervolgens willekeurige trainingen aan te bieden over totaal andere onderwerpen.
In de trainingen moet er een duidelijke samenhang zijn tussen de inhoud van de training en de specifieke behoeften en doelen van de leraren, zodat ze hun kennis en vaardigheden kunnen verrijken op manieren die direct relevant zijn voor hun onderwijspraktijk.
Beslissing 5. Het Coachproces
Nadat de teams en het trainingsschema is vastgesteld, is het van belang om te kijken naar wat er tussen de trainingsessies gebeurt, zeker waar het coaching betreft.
Het is waardevol om een duidelijke lijn voor professionele ontwikkeling te plannen voor schoolleiders en coaches. Hierdoor kan coaching naadloos aansluiten op de trainingen. Op deze manier kunnen ze onderzoek doen naar wat er gebeurt in de lessen naar aanleiding van de training, wat weer input biedt voor concrete actiestappen die leraren of het team kunnen ondernemen in de volgende cyclus.
Binnen de Doorloopjes-methodiek gebruiken we de Bambrick-Santoyo 5Ps-benadering omdat deze zo effectief is voor individuele coaching, evenals voor kleine groepen en teams. We hebben gemerkt dat teams met een geformaliseerd proces zoals dit, een duidelijke structuur en discipline hebben in hun follow-up, wat meer oplevert dan wanneer teams organisch allerlei zaken bespreken en vage intentieverklaringen maken.
Enige lichte documentatie kan helpen bij het bijhouden van de actiestappen van een team of individu en de voortgang die wordt geboekt bij de succesvolle implementatie ervan.
Beslissing 6. De Realiteitscheck
De laatste beslissing betreft de aard van alle activiteiten die plaatsvinden tussen de coachingsessies door.
Hoe gaat het er nu werkelijk aan toe? Hoe krijgen we een realistisch beeld van hoe het eraan toe gaat in de praktijk, zonder te vervallen in onbetrouwbare zelfrapportage via e-mail?
Er zijn diverse opties, variërend van leraren die zichzelf opnemen tot collegiale observaties, of zoals we vaak zien, flitsbezoeken door teamleiders. De inzichten van coaches en schoolleiders die ze uit de eerste hand opdoen in de praktijk, kunnen waardevol zijn voor gebruik tijdens coachingssessies. Natuurlijk kunnen ook andere gegevens nuttig zijn, inclusief informatie uit beoordelingen.
Het is niet nodig om van tevoren te beslissen wat de aard van de reality-check-processen zal zijn, maar het is aanbevolen om te verkennen wat het algemene patroon zou kunnen zijn. Bijvoorbeeld door observaties van flitsbezoeken te gebruiken om routinematige beoordelingscycli te voeden.
Tot slot
Elk van deze beslissingen vergt tijd en overdenking. Ze kunnen in de loop van de tijd veranderen, flexibel worden in het licht van resultaten en omstandigheden, en zich ontwikkelen naarmate de expertise van mensen groeit.
We hopen dat jullie geholpen zijn dit gestructureerde overzicht!
Meer weten?
Over duurzame implementatie schreef ik al eerder al deze blog.
Of bezoek www.doorloopjes.nl waar vrijwel alle Doorloopjes gratis te downloaden zijn.